Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10950, 19/00076
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:10950, 19/00076
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 december 2019
- Datum publicatie
- 27 december 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:10950
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1968
- Zaaknummer
- 19/00076
Inhoudsindicatie
OB. Omzetbelasting verschuldigd wegens privégebruik woning?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 19/00076
uitspraakdatum: 17 december 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
V.o.f. [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 december 2018, nummer AWB 17/6563, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Zwolle (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 oktober 2015 tot en met 31 december 2015 omzetbelasting op aangifte voldaan.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende verricht met omzetbelasting belaste activiteiten en kwalificeert in verband hiermee als ondernemer voor de omzetbelasting. De vennoten van belanghebbende zijn [A] en [B] (hierna: de echtgenote). De vennoten zijn gehuwd in gemeenschap van goederen.
Bij akte van levering van 29 augustus 2006 hebben de vennoten gezamenlijk, ieder voor de onverdeelde helft, een bouwkavel aan de [a-straat 1] te [Z] verkregen. Op de bouwkavel is in 2006/2007 een woning gebouwd. De facturen van de leveranciers en de overeenkomst van aanneming die zich in het dossier bevinden, zijn tenaamgesteld van [A] . De vennoten hebben gezamenlijk een recht van hypotheek verleend in verband met de financiering van de woning.
De woning is in 2007 in gebruik genomen. De woning is vanaf dat moment zowel privé als zakelijk gebruikt. De woning is niet op de balans van belanghebbende geactiveerd. De vennoten hebben geen vergoeding ontvangen voor het gebruik van de woning door belanghebbende. Bij belanghebbende is op 30 mei 2008 een boekenonderzoek gestart naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2007 tot en met 31 december 2007. Onderzocht zijn onder meer de aftrek wegens de bouw van de woning en de berekening van de omzetbelasting die jaarlijks is verschuldigd vanwege het privégebruik.
Belanghebbende heeft in het vierde kwartaal van 2015 omzetbelasting aangegeven en voldaan over het privégebruik van de woning.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening van de omzetbelasting wegens privégebruik van de woning. De Inspecteur heeft het bezwaar afgewezen.
De Rechtbank heeft geoordeeld dat het arrest van de Hoge Raad van 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3175 (hierna: het Champignonkwekerij-arrest) betrekking heeft op een andere situatie. In dat geval was sprake van een maatschap met drie maten (vader, moeder, dochter), die gebruik maakte van een pand dat slechts eigendom van twee van hen was. Dan ligt het voor de hand te oordelen dat de maatschap van drie maten het goed niet zowel privé als zakelijk gebruikt. In de onderhavige zaak zijn de vennoten van belanghebbende dezelfde personen als de eigenaren van de woning. Er is, aldus de Rechtbank, geen enkele aanwijzing dat de Hoge Raad ook voor die situatie heeft beoogd af te wijken van de hoofdregel die volgt uit het arrest Charles en Charles-Tijmens. In zoverre is naar het oordeel van de Rechtbank ook het Advocaten-arrest (Hoge Raad 5 januari 1983, ECLI:NL:HR:1983:AW9011) niet achterhaald.
3 Geschil
In geschil is of belanghebbende omzetbelasting is verschuldigd vanwege privégebruik van de woning. Het geschil spitst zich toe op de vraag of van belang is dat, in afwijking van de situatie waarover de Hoge Raad in het Champignonkwekerij-arrest heeft geoordeeld, de woning ter beschikking staat van alle vennoten van belanghebbende in plaats van twee van de drie vennoten. Belanghebbende leidt uit het Champignonkwekerij-arrest af dat de woning ten onrechte tot het bedrijfsvermogen is gerekend en dat daarom geen omzetbelasting is verschuldigd wegens privégebruik. Het is niet belanghebbende die de woning privé gebruikt, maar [A] en de echtgenote. De Inspecteur bestrijdt deze conclusies.