Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:11013, 18/01016, 18/01017 en 19/00750

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 24-12-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:11013, 18/01016, 18/01017 en 19/00750

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
24 december 2019
Datum publicatie
3 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:11013
Formele relaties
Zaaknummer
18/01016, 18/01017 en 19/00750

Inhoudsindicatie

Precariobelasting. Doorlopende vergunning voor het innemen van seizoensplaatsen. Tariefswijziging. Afschaffing gemaximeerd tarief. Schending zorgvuldigheidsbeginsel door doorlopende vergunninghouders niet vooraf te informeren over de nieuwe tariefstelling?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 18/01016, 18/01017 en 19/00750

uitspraakdatum: 24 december 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraken van de rechtbank Gelderland van 21 september 2018 en 30 april 2019, nummers AWB 17/5432, AWB 17/5433 en AWB 18/951, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van belastingcentrum Tribuut te Epe (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende vier, hierna nader te noemen, aanslagen precariobelasting opgelegd voor de jaren 2016 en 2017. De aanslagen voor 2017 zijn op één biljet verenigd.

1.2.

Op de bezwaarschriften van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de aanslagen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen in twee uitspraken ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 december 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is onder meer ijsco-venter. Hij neemt vanaf medio jaren ‘70 van de vorige eeuw twee standplaatsen (seizoensplaatsen) in de gemeente Epe in aan de [a-straat] te [A] en [b-straat] te [Z] .

2.2.

Belanghebbende beschikt sinds 2013 over een doorlopende vergunning van de gemeente Epe voor het innemen van de onder 2.1. genoemde seizoensplaatsen. De vergunning is verleend voor de periode 1 april tot en met 30 september voor drie dagdelen per dag waarvan de tijdstippen zijn vastgesteld van 08.00-13.00 uur, 13.00-18.00 uur en 18.00-21.00 uur (uitsluitend voor koopavonden). Belanghebbende kan van maandag tot en met zondag gebruik maken van de standplaats aan [b-straat] te [Z] en van maandag tot en met vrijdag van de standplaats aan de [a-straat] te [A] .

2.3.

De gemeente Epe hanteert tot het jaar 2016 voor de precariobelasting een gemaximeerd tarief van 300% van het voor één dagdeel geldende tarief. In de Verordening precariobelasting 2016 is deze maximering niet meer opgenomen. In de bijbehorende tarieventabel is in onderdeel 4.1 opgenomen dat het tarief voor het innemen van een vaste standplaats per 10 m2, per dagdeel € 5,10 bedraagt. Voor het jaar 2017 (onderdeel 4.1 van de bijlage bij de Verordening precariobelasting 2017) is het tarief verhoogd naar € 5,16 per 10 m2, per dagdeel.

2.4.

Voor de standplaats [a-straat] te [A] is voor 2015 een aanslag aan belanghebbende opgelegd van € 546,00, voor 2016 een aanslag van € 1.458,60 en voor 2017 een aanslag van € 1.475,76. Voor de standplaats aan [b-straat] te [Z] zijn de bedragen respectievelijk € 553,03, € 1.989,00 en € 2.012,40.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de aanslagen tot de juiste bedragen zijn opgelegd.

3.2.

Belanghebbende stelt zich primair op het standpunt dat de heffingsambtenaar diverse beginselen van behoorlijk bestuur heeft geschonden. De afschaffing van het gemaximeerde tarief is gebeurd zonder belanghebbende te informeren. De heffingsambtenaar dan wel de gemeenteraad heeft de belangen niet gewogen. Belanghebbende en een andere standhouder worden onevenredig hard getroffen door de tariefswijziging. De gemeenteraad heeft dit niet voorzien en gewild, en heeft zich vergist. Van de standplaats in [A] heeft belanghebbende in 2016 en 2017 geen gebruik gemaakt. Deze standplaats is alleen rendabel te maken in het weekeinde, vooral op zondag, terwijl deze alleen ingenomen mag worden op maandag tot en met vrijdag. Vanwege hoge kosten heeft belanghebbende deze standplaats begin 2018 opgegeven. Belanghebbende betoogt tot slot dat de precariobelasting voor de standplaats [b-straat] te [Z] niet correct is berekend. Belanghebbende heeft niet op alle dagdelen deze standplaats ingenomen. In het voor- en najaar is deze standplaats alleen rendabel op zon- en feestdagen. De aanslagen dienen daarom te worden verminderd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing