Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1218, 18/00174

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-02-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1218, 18/00174

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 februari 2019
Datum publicatie
22 februari 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:1218
Zaaknummer
18/00174

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00174

uitspraakdatum: 12 februari 2019

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 31 januari 2018, nummer Awb 17/1697, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2016 voor het jaar 2017 vastgesteld op € 588.000. Tegelijk met deze beschikking is door de heffingsambtenaar aan belanghebbende een aanslag in de onroerendezaakbelasting 2017 en een aanslag watersysteemheffing gebouwd 2017 opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de vastgestelde waarde verminderd tot € 443.000 en de opgelegde aanslagen dienovereenkomstig verminderd.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 januari 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] (hierna: de woning). Het betreft een woonboerderij uit bouwjaar 1969 met een inhoud van 350 m³ en een perceel van 21.860 m². Tot de onroerende zaak behoort verder een aantal bijgebouwen: een paardenstal van 205 m², een aanbindstal van 187 m², een schuur van 15 m², een open werktuigenberging van 45 m², een hooischuur van 40 m², een schuur van 30 m² en een buitenmanege van 800 m². De woning ligt in de nabijheid van de snelweg A28.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de waarde moet worden vastgesteld op € 350.000. De heffingsambtenaar bepleit daarentegen een waarde van € 443.000.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing