Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-01-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:186, 18/00906
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-01-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:186, 18/00906
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 15 januari 2019
- Datum publicatie
- 25 januari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:186
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2018:4173, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:439
- Zaaknummer
- 18/00906
Inhoudsindicatie
Sociale verzekeringen. Eigenrisicodragerschap WGA. Garantieverklaring niet tijdig overgelegd.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00906
uitspraakdatum: 15 januari 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 2 oktober 2018, nummer AWB 17/3604, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Bij beschikking van 3 februari 2017 heeft de Inspecteur het eigenrisicodragerschap van belanghebbende voor de betaling van de werkhervattingsuitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten (hierna: WGA-uitkering) als bedoeld in artikel 82 van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen met ingang van 1 januari 2017 beëindigd.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Van belanghebbende is € 508 griffierecht geheven.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 december 2018. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
Het hoger beroep is gelijktijdig behandeld met de hoger beroepen van [A] B.V. (18/00907), [B] N.V. (18/00908) en [C] N.V. (18/00909).
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende was tot en met 31 december 2016 eigenrisicodrager voor de WGA.
Belanghebbende is bij brief van 5 juli 2016 door de Belastingdienst geïnformeerd dat zij, indien zij eigenrisicodrager voor de WGA wenst te blijven, ervoor dient te zorgen dat uiterlijk op 31 december 2016 een nieuwe garantieverklaring is ontvangen door de Belastingdienst.
Belanghebbende had in het jaar 2016 voor het WGA-risico een verzekering afgesloten. Op 8 december 2016 heeft een andere verzekeraar (Loyalis; hierna: de verzekeraar) aan belanghebbende een offerte uitgebracht voor een WGA-ERD verzekering, welke offerte op 14 december 2016 door belanghebbende is geaccepteerd.
Door een fout van de verzekeraar is niet tijdig (uiterlijk 31 december 2016) de in artikel 122e van de Wet financiering sociale verzekeringen (hierna: de Wet) bedoelde garantieverklaring opgemaakt en bij de Inspecteur ingediend. Vervolgens heeft de Inspecteur bij de thans in geschil zijnde beschikking van 3 februari 2017 beslist dat belanghebbende met ingang van 1 januari 2017 geen eigenrisicodrager meer is.
De verzekeraar heeft op 13 februari 2017 een garantieverklaring voor belanghebbende opgemaakt en deze op 17 februari 2017 door middel van een USB-stick verstrekt aan de Inspecteur.
Met ingang van 1 juli 2018 is belanghebbende op haar verzoek weer als eigenrisicodrager aangemerkt.
3 Geschil
In geschil is of het eigenrisicodragerschap van belanghebbende terecht met ingang van 1 januari 2017 is beëindigd.