Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1925, 17/01356

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:1925, 17/01356

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
5 maart 2019
Datum publicatie
15 maart 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:1925
Formele relaties
Zaaknummer
17/01356

Inhoudsindicatie

BPM. Invoer auto. Nieuw of gebruikt? Proceskosten.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummer 17/01356

uitspraakdatum: 5 maart 2019

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)

en het incidentele hoger beroep van

[X] b.v. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 21 november 2017, nummer AWB 17/459 in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft een bedrag van € 68.099 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) op aangifte voldaan.

1.2

Het daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaar is door de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen die uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 14 februari 2019 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: [A] en [B] als de gemachtigden van belanghebbende, alsmede – namens de Inspecteur – mr. [C] en drs. [D] .

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft op 21 januari 2016 in Duitsland een auto van het merk Mercedes-Benz, type G 500 4x4 (hierna: de auto) gekocht voor een bedrag van € 172.000. Op de door de verkoper aan belanghebbende uitgereikte factuur is vermeld dat het gaat om een ‘Neuwagen mit Tageszulassung’. Verder is op deze factuur vermeld ‘Werkskilometer’. De auto is op 1 februari 2016 in Duitsland voor het eerst – met kenteken [YYY000] ten name van [E] – toegelaten tot de openbare weg.

2.2

Belanghebbende heeft de auto overgebracht naar Nederland en deze op 10 mei 2016 doen registreren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister. De kilometerstand van de auto bedroeg op dat moment 79.

2.3

Ter zake van de registratie van de auto heeft belanghebbende op 10 mei 2016 een bedrag van € 68.099 aan verschuldigde BPM op aangifte voldaan. Daarbij is belanghebbende ervan uitgegaan dat de auto als een nieuwe personenauto moet worden aangemerkt. Bij de aangifte is een op 9 mei 2016 opgemaakt rapport van [F] – verbonden aan [G] BV – gevoegd waarin een kilometerstand van de auto is vermeld van 55.

2.4

Belanghebbende heeft de auto op 10 mei 2016 verkocht aan een derde voor € 306.000 (inclusief omzetbelasting). Op de verkoopfactuur is een kilometerstand van de auto vermeld van 80.

2.5

Belanghebbende heeft bezwaar aangetekend tegen de voldoening op aangifte. Zij heeft daarbij het standpunt ingenomen dat de auto ten tijde van de registratie ervan in het Nederlandse kentekenregister een gebruikte auto is, zodat recht bestaat op een (forfaitair berekende) vermindering (afschrijving) van € 11.236.

2.6

Bij uitspraak op bezwaar van 12 januari 2017 heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.

2.7

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen de uitspraak op bezwaar. De Rechtbank heeft belanghebbende in het gelijk gesteld. Zij heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de verschuldigde BPM verminderd tot € 56.863, belanghebbende een forfaitair berekende proceskostenvergoeding toegekend van € 1.482 voor de kosten van bezwaar en beroep en de Inspecteur opgedragen aan belanghebbende het door haar betaalde griffierecht van € 333 te vergoeden.

2.8

De Inspecteur heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de Rechtbank. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld.

3 Het geschil en de standpunten van partijen

In hoger beroep is in geschil of de auto voor de toepassing van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet BPM) ten tijde van het belastbare feit (de registratie in het Nederlandse kentekenregister) als een nieuwe auto (standpunt Inspecteur) of als een gebruikte auto (standpunt belanghebbende) moet worden aangemerkt. Voorts is in geschil of belanghebbende recht heeft op vergoeding van de werkelijk door haar gemaakte proceskosten en op een rentevergoeding over de door de Rechtbank toegekende proceskosten en het griffierecht.

4 Beoordeling van het geschil

5 Beslissing