Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2617, 18/00248 en 18/00249
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-03-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2617, 18/00248 en 18/00249
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 maart 2019
- Datum publicatie
- 5 april 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:2617
- Zaaknummer
- 18/00248 en 18/00249
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woningen.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 18/00248 en 18/00249
uitspraakdatum: 26 maart 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraken van de rechtbank Overijssel van 23 februari 2018, nummers AWB 17/1756 en 17/1795, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn GBLT (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
18/00248
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 4 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2016 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2017 vastgesteld op € 370.000. Tegelijk met deze beschikking zijn de aanslagen onroerendezaakbelasting (OZB) en watersysteemheffing gebouwd opgelegd.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslagen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd, de vastgestelde waarde verminderd tot € 320.000 en de aanslagen dienovereenkomstig verminderd (nummer Rechtbank: 17/1756).
18/00249
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 6 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2016 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2017 vastgesteld op € 364.000. Tegelijk met deze beschikking zijn de aanslagen OZB en watersysteemheffing gebouwd opgelegd.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslagen gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd, de vastgestelde waarde verminderd tot € 300.000 en de aanslagen dienovereenkomstig verminderd (nummer Rechtbank: 17/1795).
Beide zaken
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 maart 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
De onroerende zaken [a-straat] 2, [a-straat] 4, [a-straat] 4A en [a-straat] 6 liggen in het buitengebied van [Z] onder dezelfde kap. De hoofdopstal is gebouwd in 1760 en is een monumentale, voormalige sluiswachterswoning. Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaken [a-straat] 4, 4A en 6.
De kavel van [a-straat] 4 is 2.967 m2 groot (967 m2 grond bij de woning en 2.000 m2 extra grond). Ten laste van [a-straat] 4 is ten gunste van [a-straat] 2 een recht van overpad gevestigd. Bij nummer 4 hoort een garage.
De kavel van [a-straat] 6 is 750 m2 groot. Bij nummer 6 horen een garage en een tuinhuisje.
De garages van de onroerende zaken 4 en 6 staan los van de hoofdopstal en zijn geschakeld.
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaken [a-straat] 4 en [a-straat] 6 per 1 januari 2016. Voorts is de hoogte van de door de Rechtbank toegekende proceskostenvergoeding in geschil.