Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2892, 18/00204 en 18/00205

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:2892, 18/00204 en 18/00205

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 april 2019
Datum publicatie
12 april 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:2892
Formele relaties
Zaaknummer
18/00204 en 18/00205

Inhoudsindicatie

OB. Tarief. De verstrekking van een wifi-verbinding tijdens een verblijf in een vakantieaccomodatie vormt een aparte prestatie die aan het algemene tarief is onderworpen.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 18/00204 en 18/00205

uitspraakdatum: 2 april 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 22 februari 2018, nummers AWB 17/703 en 17/1695, ECLI:NL:RBGEL:2018:789, in het geding tussen de Inspecteur en

Fiscale eenheid [X] B.V. en [Y] B.V. c.s. te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2015 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd.

1.2.

Belanghebbende heeft over het tijdvak juni 2015 aangifte omzetbelasting gedaan. De Inspecteur heeft bij beschikking een teruggaaf verleend.

1.3.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de naheffingsaanslag en de beschikking ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd en de teruggaaf voor het tijdvak juni 2015 vastgesteld op € 19.180. Voorts heeft de Rechtbank de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot € 1.002 en de Inspecteur gelast het griffierecht te vergoeden.

1.5.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep ingesteld, maar dit voorafgaand aan de zitting ingetrokken.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 maart 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert een vakantiepark. Hierop bevinden zich circa 320 vakantiebungalows. Ook is een gedeelte van het park ingericht als kampeerterrein voor tenten en een deel voor stacaravans.

2.2.

Belanghebbende biedt de gasten tegen betaling van een afzonderlijke vergoeding toegang tot een internetverbinding door middel van een code (hierna: de wifi). In 2014 en 2015 is de prijs van een code per apparaat € 1,50 per dag. Indien gasten voor gebruik van de wifi kiezen, moeten zij gedurende het gehele verblijf bij belanghebbende de hiervoor genoemde vergoeding betalen. Tussen de 70% en 80% van de gasten betaalden in die jaren voor het verkrijgen van een code.

2.3.

Voor de wifi heeft belanghebbende in de aangiften omzetbelasting over de tijdvakken van 1 januari 2014 tot en met 31 mei 2015 6% omzetbelasting aangegeven en voldaan, en over het tijdvak juni 2015 21%. De Inspecteur heeft de naheffingsaanslag opgelegd omdat hij van mening is dat ter zake van de wifi 21% omzetbelasting verschuldigd is.

2.4.

De omzet ter zake van de wifi (inclusief omzetbelasting) bedraagt € 90.966 over geheel 2014 en € 24.713 over januari tot en met mei 2015.

2.5.

Met ingang van het jaar 2016 is bij de prijs van de accommodatie het gebruik van de wifi (voor maximaal twee apparaten) inbegrepen. Gasten die voor meer apparaten van de wifi gebruik willen maken, kunnen tegen betaling extra codes kopen.

3 Geschil

In geschil is of de verstrekking van de wifi-verbinding opgaat in de verstrekking van logies in de bungalows c.q. het geven van gelegenheid tot kamperen op het kampeerterrein.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing