Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3103, 18/00405
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-04-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3103, 18/00405
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 9 april 2019
- Datum publicatie
- 19 april 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:3103
- Zaaknummer
- 18/00405
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Verzuimboete wegens het niet (tijdig) doen van aangifte.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00405
uitspraakdatum: 9 april 2019
Uitspraak van de tweede enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 maart 2018, nummer AWB 17/5685, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het jaar 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is tevens een verzuimboete opgelegd.
De Inspecteur heeft het bezwaar tegen de verzuimboete ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 maart 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Op 28 februari 2015 is belanghebbende uitgenodigd voor het doen van aangifte IB/PVV over 2014 (hierna ook: de aangifte).
Op 27 maart 2015 heeft de belastingconsulent van belanghebbende om individueel uitstel gevraagd tot 1 september 2015 voor het indienen van de aangifte. Het gevraagde uitstel is verleend.
Op 2 oktober 2015 is een herinnering verzonden, waarbij belanghebbende in de gelegenheid is gesteld tot 16 oktober 2015 de aangifte in te dienen. Op 4 november 2015 is vervolgens een aanmaning naar belanghebbende verzonden, waarin een termijn is gesteld tot 18 november 2015.
Belanghebbende heeft op enig moment de aangifte ingediend.
Met dagtekening 9 april 2016 is een voorlopige aanslag IB/PVV vastgesteld.
Op 27 juli 2017 is een aanslag IB/PVV 2014 vastgesteld. Voorts is een verzuimboete van € 344 vastgesteld.
3 Geschil
In geschil is of terecht een verzuimboete is vastgesteld. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur bevestigend.