Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-05-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3988, 18/00495

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-05-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:3988, 18/00495

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 mei 2019
Datum publicatie
17 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:3988
Zaaknummer
18/00495

Inhoudsindicatie

OZB. Woning of niet-woning?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00495

uitspraakdatum: 7 mei 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 25 april 2018, nummer AWB 17/624, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT) (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2015 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2016 vastgesteld op € 277.000. Tegelijk met deze beschikking zijn aan belanghebbende aanslagen onroerendezaakbelasting 2016 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte opgelegd van € 879,75 en voor zover het betreft het gebruikersgedeelte van € 382,78.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslagen gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 maart 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak [a-straat 1] te [Z] (hierna: de onroerende zaak).

2.2.

Op de begane grond van de onroerende was de eenmanszaak ‘ [A] ’ gevestigd. Blijkens een uittreksel van de Kamer van Koophandel is deze eenmanszaak op 31 december 2014 gestaakt.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of terecht een aanslag OZB 2016 eigenaren tegen het niet-woning tarief is opgelegd en of terecht een aanslag OZB 2016 gebruikers is opgelegd. Indien deze vragen bevestigend worden beantwoord is de WOZ-waarde van de onroerende zaak in geschil.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing