Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-01-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:412, 17/01139
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-01-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:412, 17/01139
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 22 januari 2019
- Datum publicatie
- 1 februari 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:412
- Zaaknummer
- 17/01139
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 17/01139
uitspraakdatum: 22 januari 2019
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna: de heffingsambtenaar)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 11 oktober 2017, nummer AWB 16/7499, in het geding tussen de heffingsambtenaar en
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 15 te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2015 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2016 vastgesteld op € 666.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2016 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken van de heffingsambtenaar vernietigd, de vastgestelde waarde verminderd tot € 640.000 en de aanslag OZB dienovereenkomstig verminderd. De heffingsambtenaar is veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende in bezwaar en beroep ten bedrage van € 1.482.
De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 december 2018. Namens de heffingsambtenaar is met voorafgaande kennisgeving aan het Hof niemand verschenen. Belanghebbende is evenmin verschenen. Belanghebbende is uitgenodigd voor de mondelinge behandeling van het hoger beroep bij aangetekende brief van 23 oktober 2018. Blijkens informatie van PostNL is de uitnodiging op 24 oktober 2018 op het adres van belanghebbende aangeboden en is daarbij voor ontvangst getekend.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak [a-straat] 15 te [Z] (hierna: de onroerende zaak). Het betreft een vrijstaande woning met aanbouw, een dakkapel en een aangebouwde garage. De woning is gebouwd in 2009, heeft een inhoud van 663 m3 (exclusief aanbouw en garage) en is gelegen op een perceel van 507 m2.
3 Geschil
In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.
De heffingsambtenaar bepleit een waarde van € 666.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en bevestiging van de uitspraken op bezwaar.
Belanghebbende kan zich – naar het Hof begrijpt – verenigen met het oordeel van de Rechtbank.