Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-05-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:4530, 18/00478
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-05-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:4530, 18/00478
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 28 mei 2019
- Datum publicatie
- 7 juni 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:4530
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2018:1447, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 18/00478
Inhoudsindicatie
Schenkbelasting. Schenking?
Uitspraak
Locatie Arnhem
nummer 18/00478
uitspraakdatum: 28 mei 2019
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 19 april 2018, nummer LEE 17/3478, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Rotterdam (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft op 14 maart 2017 aan belanghebbende een aanslag schenkbelasting opgelegd naar een belaste verkrijging in het jaar 2014 van € 2.908 (hierna: de aanslag).
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Den Haag die het beroepschrift heeft doorgezonden naar de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 mei 2019 te Arnhem. Partijen zijn, met kennisgeving aan het Hof, niet verschenen.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft in 2014 van de [A] Stichting (hierna: de Stichting) een bedrag van € 5.000 ontvangen, ter (mede)financiering van haar studie.
De Stichting had de status van algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) als bedoeld in artikel 5b, lid 1, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR).
Eind 2013 is de ANBI-status van de Stichting ingetrokken, omdat duidelijk was geworden dat de Stichting niet zou voldoen aan hetgeen met ingang van 2014 werd geregeld in artikel 5b, lid 1, letter a, ten tweede, van de AWR, zijnde het op elektronische wijze via internet openbaar maken van een reeks nader aangewezen gegevens. In 2014 heeft de Stichting ook niet aan deze verplichting voldaan.
3 Het geschil
In geschil is of de aanslag terecht is opgelegd. Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en de Inspecteur bevestigend.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraak op bezwaar en de aanslag.
De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.