Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5408, 17/01416

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5408, 17/01416

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 juli 2019
Datum publicatie
22 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:5408
Formele relaties
Zaaknummer
17/01416

Inhoudsindicatie

BPM. Invoer gebruikte auto. Tariefsverhoging. Toepassing historisch tarief.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummer 17/01416

uitspraakdatum: 2 juli 2019

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 4 december 2017, nummer AWB 17/3125, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Belanghebbende heeft een bedrag van € 14.310 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) op aangifte voldaan.

1.2

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3

Belanghebbende heeft tegen die uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank).

1.4

De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de verschuldigde BPM vastgesteld op € 13.289, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.482 alsmede tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 333.

1.5

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 26 juni 2019 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede – namens de Inspecteur – mr. [B] en mr. [C] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende heeft een gebruikte auto, een Jeep, type Wrangler Unlimited 3.6 Sahara (hierna: de auto), met een datum van eerste toelating van 28 januari 2014, vanuit Duitsland naar Nederland overgebracht en deze op 19 januari 2017 doen registreren in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister.

2.2

Belanghebbende heeft ter zake van de auto op 11 januari 2017 aangifte voor de BPM gedaan. In overeenstemming met deze aangifte heeft zij een bedrag van € 14.310 aan BPM voldaan.

2.3

Bij de aangifte is een taxatierapport van [D] BV, opgemaakt door ing. [E] overgelegd. Het taxatierapport is gedagtekend 11 januari 2017.

2.4

In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde van € 26.468 vermeld. In de aangifte is uitgegaan van een bruto BPM van € 49.245 (tarief 2014).

2.5

Het bezwaar is bij uitspraak op bezwaar van 9 mei 2017 ongegrond verklaard.

2.6

De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 4 december 2017 gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de verschuldigde BPM vastgesteld op € 13.289, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.482 alsmede tot vergoeding van het betaalde griffierecht van € 333.

3 Het geschil en de standpunten van partijen

In hoger beroep is de hoogte van de verschuldigde BPM in geschil. Meer specifiek is in geschil of belanghebbende een beroep kan doen op de bruto BPM van het jaar 2013. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing