Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5410, 18/00189
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5410, 18/00189
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 juli 2019
- Datum publicatie
- 22 juli 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:5410
- Zaaknummer
- 18/00189
Inhoudsindicatie
BPM. Ontvankelijkheid bezwaar. Bekendmaking naheffingsaanslag. Verschoonbare termijnoverschrijding?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00189
uitspraakdatum: 2 juli 2019
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] , Duitsland (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 februari 2018, nummer AWB 17/2204, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen opgelegd. Tegelijk met de naheffingsaanslag is een verzuimboete opgelegd.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het de verzuimboete betreft, de uitspraak van de Inspecteur in zoverre vernietigd en de verzuimboete vernietigd. De Rechtbank heeft het beroep voor het overige ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 26 juni 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende stond sinds 4 juni 2009 als ingezetene ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP) op het adres [a-straat 1] te [A] . Hij is op 28 februari 2017 door de gemeente Soest met terugwerkende kracht tot 1 september 2016 uitgeschreven uit de BRP.
Tot de gedingstukken behoort een kopie van een “Anmeldebestätigung bei Wohnungswechsel innerhalb der Gemeinde” van 10 mei 2013 van de Duitse gemeente Velbert. Volgens dit bescheid is [X] per 10 mei 2013 ingeschreven op het adres [b-strasse 2] te [Z] . Volgens een brief van de gemeente Velbert van 16 februari 2016 staat [X] geregistreerd op het adres [c-strasse 3] te [Z] .
Bij een controle op 28 november 2015 rond 22.30 uur is geconstateerd dat belanghebbende als bestuurder van het motorvoertuig van het merk en type Audi A5 met het Duitse kenteken [YY-LJN YY0000] (hierna: de auto), gebruik heeft gemaakt van de openbare weg in Nederland. De auto staat op naam van een leasemaatschappij. Naar aanleiding van deze constatering heeft de Inspecteur met dagtekening 16 maart 2016 aan belanghebbende de naheffingsaanslag en de verzuimboete opgelegd.
Belanghebbende heeft bij brief met dagtekening 24 januari 2016 bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag en de boete. Niet in geschil is dat de brief op 24 januari 2017 is verzonden en op 25 januari 2017 is ontvangen door de Inspecteur.
Tot de gedingstukken behoort een kopie van het besluit ambtshalve uitschrijving uit de BRP van [A] van de Teamleider Burgerzaken van de gemeente Soest aan belanghebbende van 28 februari 2017. In dit besluit staat, voor zover van belang, het volgende:
“Argumenten
Uit onderzoek blijkt dat u de huur van [a-straat 1] heeft opgezegd bij de corporatie met ingang van 30 augustus 2016. Kennelijk woonde u in ieder geval tot die datum op dit adres. U overlegt een kopie van een aangifte van adreswijziging (zie punt 1.). Dit aangiftemodel herkennen wij. Dit model is namelijk toegezonden aan uw ex-partner mevrouw [B] voor wie u een adresonderzoek liet starten in 2015. De aangifte van adreswijziging was namelijk toegezonden bij onze brief gericht aan haar op 7 september 2015 en gezonden naar [a-straat 1] . Kennelijk woonde u daar en heeft u dit model gebruikt om ons ervan te overtuigen dat u bij ons aangifte zou hebben gedaan.
De kopie vermeld onder punt 1 is wat ons betreft dan ook ongeloofwaardig. Te meer daar er in 2013 geen adreswijziging van u voorkomt in ons zaaksysteem. Elke aangifte wordt namelijk opgenomen in ons zaaksysteem.
Het document onder punt 2 is een indicatie dat u kennelijk in 2013 in Duitsland verblijft maar dat ontslaat u niet van uw plicht zelf aangifte van vertrek te doen in Nederland.
Op 11 maart 2014 heeft u aangifte gedaan van vermissing van uw reisdocument. Op het proces-verbaal, dat door u is ondertekend, en vermissingsverklaring staat als adres [a-straat 1] . U heeft aan de balie bij team Burgerzaken niet vermeld dat het adres onjuist zou zijn. Dit was u wel verplicht als u stelt al sinds 2013 in Duitsland te wonen.
Op basis van onze bevindingen hebben wij besloten u uit te schrijven als inwoner van [A] per 1 september 2016 (datum beëindiging huurcontract van de woning aan [a-straat 1] op uw verzoek) en niet per 11 mei 2013.”
3 Geschil
In geschil is of de Inspecteur het bezwaar terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.