Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5413, 18/00369

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5413, 18/00369

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
2 juli 2019
Datum publicatie
22 juli 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:5413
Formele relaties
Zaaknummer
18/00369

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling sportcomplex. Technische veroudering.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00369

uitspraakdatum: 2 juli 2019

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

Stichting [X] te [Z]

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 26 maart 2018, nummer AWB 17/3967, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het Gemeentelijk belastingkantoor Munitax (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat 1] te [A] , per waardepeildatum 1 januari 2016 en naar de toestand op die datum, voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld op € 1.480.000 (hierna: de beschikking). Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerende-zaakbelasting voor het gebruik van de onroerende zaak vastgesteld (hierna: de aanslag).

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 6 juni 2019 te Arnhem. Daarbij is verschenen [B] , als de gemachtigde van belanghebbende. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [C] , bijgestaan door [D] RT, taxateur.

1.6

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat 1] te [A] (hierna: de onroerende zaak).

2.2

De onroerende zaak betreft een sportcomplex met kantine, kleedruimten, tribune, kassagebouw, koffiegebouw, opslagruimte, voetbalvelden van gras en van kunstgras en overige infrastructuur. Het bouwjaar van de oudste onderdelen van de onroerende zaak is 1968. De kantine is in 1981 gebouwd en in 1990 uitgebreid. Een deel van de kleedruimten dateert uit 1968 en een deel uit 2002. De opslagruimten zijn in 2002 en 2016 gebouwd. De kunstgrasvelden zijn van 2009 en 2014.

2.3

De totale oppervlakte van de onroerende zaak is 44.962 m².

3 Het geschil

3.1

In geschil is of de waarde van de onroerende zaak door de heffingsambtenaar op een te hoog bedrag is vastgesteld. Het geschil spitst zich uiteindelijk toe op de vraag of voldoende rekening is gehouden met de technische veroudering van de onroerende zaak. Tussen partijen is niet in geschil dat moet worden uitgegaan van de gecorrigeerde vervangingswaarde (hierna: de gvw) en van de Taxatiewijzer Sport (hierna: de Taxatiewijzer).

3.2

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraken op bezwaar, en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 1.349.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.

3.3

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing