Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5721, 18/00281
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-07-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:5721, 18/00281
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 9 juli 2019
- Datum publicatie
- 9 augustus 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:5721
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:1640
- Zaaknummer
- 18/00281
Inhoudsindicatie
BPM. Invoer auto. Nieuw of gebruikt? Transportschade vormt geen schade als gevolg van gebruik van de auto als vervoermiddel.
Uitspraak
Locatie Arnhem
nummer 18/00281
uitspraakdatum: 9 juli 2019
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 29 maart 2018, nummer AWB 17/4997 in het geding tussen
[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende) en de Inspecteur
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd ten bedrage van € 933. Daarbij is belanghebbende voorts bij beschikking een bedrag van € 20 aan belastingrente in rekening gebracht.
Het daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaar is door de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 26 juni 2019 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: mr. [A] als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede – namens de Inspecteur – mr. [B] en mr. [C] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft op 30 november 2016 aangifte voor de BPM gedaan ter zake van een auto van het merk Audi Type A1 Sportback (hierna: de auto). De auto is op 29 juli 2016 in Oostenrijk voor het eerst toegelaten tot de openbare weg. De auto is - via België - overgebracht naar Nederland en geregistreerd in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden kentekenregister. De kilometerstand van de auto bedroeg op dat moment tussen de 12 en 22. Bij het transport van de auto is schade aan de voorzijde van de auto ontstaan (bumper, grill en mistlampen). De schade beloopt volgens een tot het dossier behorend taxatierapport een bedrag van € 2.986 aan herstelkosten. De schade is geen gevolg van het gebruik van de auto als vervoermiddel. Op de ter zake van de auto opgemaakte factuur van de Belgische verkoper is vermeld dat de auto een nieuwe wagen is met schade vooraan.
In de aangifte BPM is belanghebbende ervan uitgegaan dat de auto als een gebruikte auto in de zin van artikel 10 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet BPM) moet worden aangemerkt. Daarom heeft hij bij de berekening van de verschuldigde BPM een vermindering (afschrijving) op de voet van dat artikel toegepast.
De Inspecteur heeft zich op het standpunt gesteld dat de auto ten tijde van de registratie ervan in het Nederlandse kentekenregister als een nieuwe auto moet worden aangemerkt zodat belanghebbende volgens hem geen recht heeft op een vermindering (afschrijving) ex artikel 10 van de Wet BPM. Daarom heeft hij de onderhavige naheffingsaanslag aan belanghebbende opgelegd. Hiertegen heeft belanghebbende vergeefs bezwaar aangetekend.
De Rechtbank heeft de Inspecteur in het ongelijk gesteld.
De Inspecteur heeft hoger beroep aangetekend tegen de uitspraak van de Rechtbank.
3 Het geschil en de standpunten van partijen
In hoger beroep is uitsluitend in geschil of de auto voor de toepassing van de Wet BPM ten tijde van het belastbare feit (de registratie in het Nederlandse kentekenregister) als een nieuwe auto (standpunt Inspecteur) of als een gebruikte auto (standpunt belanghebbende) moet worden aangemerkt.