Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6628, 18/00390

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 20-08-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:6628, 18/00390

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
20 augustus 2019
Datum publicatie
30 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:6628
Zaaknummer
18/00390

Inhoudsindicatie

Leges. Bouwkosten vergunningvrije aanbouw zijn ten onrechte tot de bouwkosten van een vergunningplichtig balkon gerekend.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Locatie Arnhem

nummer: 18/00390

uitspraakdatum: 20 augustus 2019

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 mei 2018, nummer AWB 17/6738, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Nijmegen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is op 24 oktober 2017 een legesnota van € 588,90 uitgereikt in verband met het in behandeling nemen van een (inmiddels weer ingetrokken) aanvraag voor een omgevingsvergunning.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de legesnota gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 4 mei 2018 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 maart 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

In het kader van een verbouwing van het woonhuis, gelegen aan de [a-straat 1] , tot acht studio’s is aan belanghebbende met dagtekening 9 oktober 2015 een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een dakterras op een uitbouw (balkon 2) en een “echt” balkon (balkon 1).

2.2

Het [A] ( [A] ) heeft begin september 2017 een controle uitgevoerd op deze verbouwing. Uit deze controle bleek dat er een extra aanbouw was gebouwd, die niet op de oorspronkelijke tekening stond vermeld (hierna ook: de aanbouw). De aanbouw mocht, naast de bouwwerken welke op 9 oktober 2015 waren vergund, vergunningvrij worden gebouwd. [A] heeft belanghebbende verzocht een revisietekening in te dienen waarop de aanbouw was ingetekend, welke belanghebbende op 5 september 2017 aan [A] heeft toegezonden.

2.3

Uit deze revisietekening kwam naar voren dat belanghebbende het voornemen had om ook op de aanbouw een hekwerk te realiseren, zodat ook het dak van de aanbouw als dakterras kon worden gebruikt (hierna ook: balkon 3). [A] heeft belanghebbende per e-mail van 6 september 2017 het volgende laten weten.

“Wat me ook op viel is dat u op de nieuwe aanbouw een balkon gaat realiseren. Als u een balkon gaat realiseren heeft u hier een omgevingsvergunning voor nodig en dient u deze aan te vragen.”

2.4

Op 7 september 2017 heeft belanghebbende deze vergunning aangevraagd. Als totale bouwkosten heeft belanghebbende een bedrag van € 2.000 opgegeven in de aanvraag. Op 25 september stuurt de gemeente aan belanghebbende een aanvullingsverzoek. Op 28 september 2017 schrijft belanghebbende per e-mail het volgende aan [A] .

“Goede morgen, wij hebben een aanvullings verzoek ontvangen met kenmerk [00000] d.d. 25 september 2017 van [B] , ik heb haar gisteren hierover benaderd en aangegeven dat de aanbouw vergunning vrij is aangebouwd, zij is het daar niet mee eens en adviseerde mij om kontakt met u op te nemen vandaar deze mail, de aanbouw is exact hetzelfde als reeds gerealiseerd is, wanneer wij deze gegevens gebruiken voor de aanvraag is dat voldoende of moet er zoals in de brief staat een scala van gegevens opnieuw door de architect gemaakt worden wat ons om en nabij de € 5000,00 en € 7000,00 euro gaat kosten, wanneer dit wel verlangt wordt zijn wij voornemens om geen balkon te realiseren en het zo te laten, dan valt het onder vergunning vrij, wij horen graag van u,”

2.5

In een e-mail van 28 september 2017 schrijft [A] aan belanghebbende het volgende.

“Mijn collega heeft in die zin gelijk. Als er een balkon wordt gerealiseerd is dit omgevingsvergunningplichtig. Als u geen balkon gaat realiseren wil ik u adviseren de aanvraag formeel in te trekken. (…)”

2.6

In een e-mail van 28 september 2017 schrijft belanghebbende aan [A] het volgende.

“Bedankt voor de uitleg, resteert mij nog een vraag er is in het verleden een vergunning afgegeven voor een balkon waar nu de balkon deur zit, wij gaan ervan uit dat deze bewoners ook gebruik mogen maken van de oppervlakte die toen vergund is, graag uw ziens wijze, m.vr.gr. (…)”

2.7

In een e-mail van 28 september 2017 schrijft [A] aan belanghebbende het volgende.

“Als er in het verleden een vergunning is afgegeven voor een balkon en dezelfde oppervlakte en hekwerk wordt nu gehanteerd heb ik daar geen bezwaar tegen.”

2.8

Belanghebbende heeft op 6 oktober 2017 de vergunningsaanvraag van 7 september 2017 ingetrokken.

2.9

Op 24 oktober 2017 wordt aan belanghebbende de legesnota inzake het in behandeling nemen van de vergunningaanvraag van 7 september 2017 gezonden. Deze legesnota is gebaseerd op aan de hand van het kengetallenoverzicht voor de provincie Gelderland geschatte kosten van de aanbouw inclusief dakterras.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de legesnota terecht en tot een juist bedrag aan belanghebbende is opgelegd. Verder is in geschil of belanghebbende recht heeft op een schadevergoeding.

3.2

Belanghebbende stelt in hoger beroep dat hij de vergunning heeft aangevraagd op basis van onjuiste informatie die hem tijdens de controle van de bouwwerkzaamheden en nadien is verstrekt. Belanghebbende stelt dat de aanbouw uiteindelijk vergunningvrij kon worden gerealiseerd, zodat geen vergunning nodig was en geen leges zijn verschuldigd.

3.3

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, die van de heffingsambtenaar en van de legesnota.

3.4

De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Kosten

6 Beslissing