Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-08-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7009, 18/00523
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 27-08-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7009, 18/00523
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 27 augustus 2019
- Datum publicatie
- 6 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:7009
- Zaaknummer
- 18/00523
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Aftrekbare kosten eigen woning. Persoonsgebonden aftrek. Specifieke zorgkosten.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00523
uitspraakdatum: 27 augustus 2019
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 juni 2018, nummer AWB 17/4893, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Den Haag (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2012 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard, de aanslag verminderd en de belastingrente dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend en deze nadien aangevuld. De Inspecteur heeft een conclusie van dupliek ingezonden.
Belanghebbende heeft nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 22 mei 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft gezondheidsklachten. Hij heeft onder andere last van migraine, slaapapneu en PTSS. Voor zijn migraineklachten heeft hij in 2012 in Duitsland endocriene behandelingen ondergaan door een zogenoemde heilpraktiker, de heer [A] . Daarnaast is hij in Duitsland behandeld aan zijn nekwervels door een arts, de heer [B] , welke kosten zijn vergoed door zijn zorgverzekeraar. Ook in Nederland heeft belanghebbende verschillende behandelingen ondergaan en kosten gemaakt vanwege zijn gezondheidsklachten.
Belanghebbende is sinds 2010 eigenaar van een woning in [Z] , welke hij - na een verbouwing - in december 2012 heeft betrokken. De woning kwalificeert als eigen woning in de zin van artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2012, hierna: Wet IB 2001).
Op 27 februari 2011 is een overeenkomst van geldlening gesloten met belanghebbende als geldnemer en [C] , de moeder van belanghebbende, als geldgever. Hierin wordt ter leen verstrekt een bedrag van € 25.000 (artikel 1 van de overeenkomst). Overeengekomen is dat belanghebbende de ter leen ontvangen gelden voor een bedrag groot € 13.670 inzet voor de aflossing van een eerdere geldlening en voor het overige (€ 11.330) voor woningverbetering en de daarmee samenhangende kosten en gezinskosten (artikel 9 van de overeenkomst). Over de hoofdsom is een rente verschuldigd van 5% per jaar (artikel 3 van de overeenkomst). Voldoening van de rente geschiedt op basis van achtereenvolgende maandbetalingen, voor het eerst verschuldigd op 1 maart 2011 en vervolgens aan het begin van elk volgend jaar of aan het einde van de looptijd (artikel 4, derde lid, van de overeenkomst).
Op 7 juni 2013 heeft belanghebbende een eerste aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2012 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.418.
Op 9 juni 2014 heeft belanghebbende een tweede aangifte IB/PVV gedaan voor het jaar 2012 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 4.881. Met betrekking tot de eigen woning is het volgende aangegeven:
€ |
€ |
|
Totaal eigenwoningforfait (van 30-11-2012 tot en met 31-12-2012) |
123 |
|
Totaal inkomsten uit eigen woning |
123 |
|
Rente schulden en kosten geldleningen eigen woning: - [D] - [E] - [F] - Hypotheek en inkomensverzekeringen - Bewonersvereniging |
12.079 1.452 341 648 10 |
|
Totaal aftrekposten eigen woning |
14.530 |
|
Saldo inkomsten en aftrekposten eigen woning |
-/- 14.407 |
Verder is een persoonsgebonden aftrek geclaimd wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten ten bedrage van € 17.083. Dat bedrag is als volgt samengesteld:
€ |
€ |
€ |
|
Kosten medicijnen |
363 |
||
Uitgaven voor hulpmiddelen |
1.395 |
||
Uitgaven voor vervoer i.v.m. ziekte of invaliditeit |
4.244 |
||
Dieetkosten |
350 |
||
Genees- en heelkundige hulp |
8.613 |
||
Uitgaven specifieke zorgkosten voor toepassing verhoging |
14.965 |
||
Verhoging specifieke zorgkosten (grondslag € 6.352) |
2.541 |
||
Totaal uitgaven specifieke zorgkosten |
17.506 |
||
Af: Drempel |
-/- 423 |
||
Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten |
17.083 |
Naar aanleiding van vragen hierover heeft belanghebbende in een brief van 20 oktober 2015 zijn aangifte voor het jaar 2012 wat betreft de aftrekbare kosten eigen woning als volgt toegelicht:
“(…)
De aftrekpost eigen woning heeft betrekking op de woning gelegen aan de [a-straat 1] , [Z] . Deze woning heb ik bekostigd via een hypotheek, woonkrediet en persoonlijke lening. De totale investering die ik heb gedaan voor de woning bedraagt € 323.890 (zie bijlage 01), exclusief betalingen voor de hypotheekrente, kapitaalverzekering en overige verzekeringen. De kosten voor de aankoop van keuken, badkamer, vloeren, verf, bestrating, materialen, exclusief de kosten voor het verkrijgen van de hypotheek (akten, bouwdepot, advisering, vertalingen, etc.), bedragen € 306.894. Om dit te financieren zijn ingezet een hypotheek van [D] (€ 261.316), woonkredieten van [E] (€ 29.500) en [F] (€ 2.500) en een persoonlijke lening (€ 11.330). De overige kosten voor de woning zijn door mij afzonderlijk betaald. In 2010 en 2011 zijn de aftrekposten voor de woning volledig geaccepteerd.
Het totale bedrag aan aftrek voor de eigen woning (€ 15.771) is als volgt opgebouwd:
• Hypotheek van [D] , totale hypotheekbedrag € 261.315,93, betaalde rente 2012 € 12.079
• Woonkrediet van [E] , totale bedrag € 29.500, betaalde rente 2012 € 1.452
• Woonkrediet [F] , betaalde rente 2012 € 341
• Onderhandse lening [C] , woningdeel € 11.330, rente 2012 € 872
• [G] levensverzekering € 191
• [H] , overlijdensrisico € 272
• Woonverzekering € 258
• [I] Financieel/Juridisch Advies € 306
Uit de hiervoor opgesomde kosten kom ik in totaal op een bedrag van € 15.771 uit en dit is dan de volledige aftrekpost eigen woning voor het jaar 2012. De benodigde stukken ter onderbouwing, zoals door u gevraagd, zijn opgenomen in bijlage 02. De jaarbijdrage Vereniging [J] (€10) is aan de leveringsakte gekoppeld en de kapitaalverzekering van [K] (€ 1.676) is geen woonverzekering. Daarom heb ik deze niet meegenomen bij deze aftrekpost, al zijn deze in 2010 wel geaccepteerd. Ik ga ervan uit dat deze onderbouwing voor u voldoende is. (…)”
De aanslag voor het jaar 2012 is in afwijking van de aangifte opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.236. Voor de hoogte van het in aanmerking te nemen eigenwoningforfait is de Inspecteur ervan uitgegaan dat belanghebbende het gehele jaar in de woning heeft gewoond (correctie € 1.287). De geclaimde aftrekbare kosten met betrekking tot de eigen woning zijn niet volledig geaccepteerd (correctie € 2.465). Hetzelfde geldt voor de persoonsgebonden aftrek (correctie € 11.603). De persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten is als volgt vastgesteld:
€ |
€ |
€ |
|
Medicijnen |
53 |
||
Hulpmiddelen |
240 |
||
Vervoerskosten |
1.000 |
||
Medische hulp |
4.433 |
||
Uitgaven voor specifieke zorgkosten voor toepassing verhoging |
5.726 |
||
Verhoging specifieke zorgkosten |
518 |
||
Totaal uitgaven specifieke zorgkosten |
6.244 |
||
Af: Drempel |
-/- 484 |
||
Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten |
5.760 |
De correctie van de persoonsgebonden aftrek heeft voor het overige (€ 280) betrekking op niet in aftrek toegelaten scholingsuitgaven.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag voor het jaar 2012. Het bezwaarschrift luidt, wat de eigen woning betreft en voor zover van belang, als volgt:
“ (…)
In eerste instantie ga ik in op de kosten voor de eigen woning. Uw ambtenaar [L] accepteert de aftrek voor de eigen woning niet. Dat is merkwaardig, omdat de heer [M] (bijlage 01) alle posten en [N] (bijna) alle kosten accepteren. De heer [M] heeft [Hof: voor het jaar 2010] een bedrag van 17.469 geaccepteerd na de opgave van de volgende kosten:
(…)
31-12-2010 Kredieten Onderhandse lening [C] en [F] € 624,79
(…)
Vervolgens heeft de heer [N] ook in 2011 de volgende posten geaccepteerd:
(…)
Onderhandse lening [C] , woningdeel € 11.330, rente 2011 € 580
(…)
Op grond van deze aangiftes lijkt het mij wel zo redelijk, zeker in het licht van de gemaakte afspraken en het gewekte vertrouwen (welke is opgezegd per 22 augustus 2014 door [O] ) de post eigen woning volledig te accepteren conform aangifte. (…)
Ten aanzien van het eigen woning forfait, ik heb de woning betrokken in december 2012, ofwel de vermindering van het eigen woning forfait is 1/12 en niet voor het hele jaar. De woning was voor die tijd nog niet bewoonbaar. Het eigen woning forfait dient dus 108 Euro te zijn en niet 1.287 Euro.
(…)”
Daags nadat het bezwaarschrift tegen de aanslag voor het jaar 2012 door de Inspecteur is ontvangen, heeft de heer [P] van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, belanghebbende per mail van 3 januari 2017 een voorstel gedaan voor de afhandeling van het bezwaar tegen de aanslag voor het jaar 2011. Die mail luidt, voor zover van belang, als volgt:
“(…)
In uw bezwaarschrift concludeert u dat het vastgestelde inkomen ad € 25.750 nader dient te worden verlaagd met de volgende bedragen:
1. eigen woning € 1.573
2. (…)
3. zorgkosten € 3.500
4. (…)
U berekent het inkomen uit werk en woning nader op € 14.018
ad 1.
Ik accepteer de extra aftrek overeenkomstig uw bezwaarschrift met de volgende kanttekeningen. [G] levensverzekering € 191, [H] overlijdensrisico € 404 en [Q] woonverzekering € 205 zijn geen kosten van geldlening ook al wordt in de hypotheekakte mogelijk genoemd dat het onderpand (het huis) dient te worden verzekerd dan wel dat er een levensverzekering of overlijdensrisicoverzekering dient te worden afgesloten. Bij de 'kosten van geldleningen' gaat het puur om de kosten van de geldlening zelf (rente, notaris, provisie). Op basis van de wettelijke bepalingen is aftrek dan ook niet mogelijk maar ik accepteer de kosten uitsluitend op basis van het vertrouwensbeginsel omdat de aftrekpost eigen woning ook in het jaar 2010 is uitgevraagd en, voor zover ik kan beoordelen, deze kosten niet tot discussie hebben geleid. Omdat de heer [N] in 2015 een correctie heeft aangebracht op deze aftrekposten eindigt het door u te ontlenen vertrouwen in dat jaar, hetgeen betekent dat u de kosten voor de [G] levensverzekering, de [H] overlijdensrisicoverzekering en de [Q] woonverzekering tot en met belastingjaar 2015 in mindering kunt brengen als kosten van geldlening voor de eigen woning. Vanaf het belastingjaar 2016 kunt u deze aftrek opnieuw ter discussie stellen.
(…)
ad 3.
Ik heb de zorgkosten berekend op € 4.345, als volgt berekend.
(…)
d. Kleding en beddengoed € 310
(…)
ad d. akkoord, enkel op basis van de toezegging van de heer [N] . Voor de volgende belastingjaren zal een eventuele aftrekpost worden getoetst aan de wettelijke kaders (geen vertrouwen voor komende jaren)
Berekening van het inkomen:
(…)
eigen woning € 16.315 (neg)
(…)
specifieke zorgkosten € 4.345
(…)
nader vast te stellen inkomen: € 20.185”
In zijn bezwaarschrift betreffende de aanslag voor het jaar 2011 had belanghebbende de belastbare inkomsten uit eigen woning als volgt toegelicht:
In 2011 was ik de eigenaar van een eigen woning. De totale investering in deze woning zelf bedroeg € 300.000 en inclusief de te maken kosten komt het bedrag in 2011 op € 317.000 uit (Bijlage 02). Alle kosten voor de woning zijn door mij direct of indirect betaald. De heer [N] heeft de volgende posten (totaal € 14.745) geaccepteerd:
• Hypotheek van [D] €12.052
• Woonkrediet van [E] € 1.452
• Woonkrediet [F] € 113
• [R] , financieel Advies hypotheek € 600
• [R] , Inschrijving kadaster € 100
• [S] Vastgoed Taxatierapport € 350
• [I] Juridisch Advies € 78
De heer [N] heeft de volgende posten niet geaccepteerd:
• Kosten Nationale Hypotheekgarantie in 2011 € 46
• Rentevergoeding bouwdepot in 2011 € 38
• [G] levensverzekering € 191
• [H] , overlijdensrisico € 404
• [Q] woonverzekering € 205
• Onderhandse lening [C] , woningdeel € 11.330, rente 2011 € 689
Het totaal komt hiermee op € 1.573 extra aftrek voor de eigen woning.
De kosten NHG en rentevergoeding bouwdepot staan op het overzicht van [D] (bijlage 02) als zijnde kosten en bij mijn weten worden deze kosten altijd geaccepteerd. De onderhandse lening is ingezet voor de woning en is ook in 2010 geaccepteerd.
[G] , [H] en [Q] (te zien op bankafschriften in bijlage 07) zijn feitelijk inkomensverzekeringen, mocht ik komen te overlijden dan is de woning voor een deel afbetaald. Deze verzekeringen zijn ook door de hypotheekverstrekker verplicht gesteld in de hypotheekakte of als voorwaarde gesteld om de hypotheek te verkrijgen. Daarbij komt dat deze posten in 2010 ook zijn geaccepteerd en ik op basis van het vertrouwensbeginsel ervan uit kon gaan dat deze ook in 2011 zouden worden geaccepteerd.
De kosten voor de NBG/ [K] , kapitaalverzekeringen (€ 838) zie ik als een aflossing en de jaarbijdrage [J] (€ 10) is niet gekoppeld aan de hypotheekakte, maar aan de leveringsakte. Deze had ik daarom al niet meegenomen in de toelichting richting de heer [N] .
Op 4 januari 2017 heeft belanghebbende per mail het voorstel van [P] voor de afhandeling van het bezwaar betreffende het jaar 2011 geaccepteerd. De aanslag voor het jaar 2011 is bij uitspraak op bezwaar dienovereenkomstig verminderd.
Bij e-mail van 12 augustus 2017 reageert belanghebbende op een brief van de Inspecteur van 9 augustus 2017 over de voorlopige beoordeling van zijn bezwaar:
“(…) Mijn aftrek is volgens mijn overzicht 15.460,12 Euro (…). Mijn fiscaal aftrekbare kosten [Hof: ter zake van de eigen woning] waren als volgt:
(…)
Woning Krediet ( [C] ) € 626,03
(…)
Financieel advies 17 augustus 2013 € 305,88”
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar tegen de aanslag 2012 gedeeltelijk toegewezen, het belastbare inkomen uit werk en woning vastgesteld op € 15.651. De belastingrente is dienovereenkomstig verminderd. De uitspraak is in een daaraan voorafgaande brief van 1 september 2017 wat betreft de eigen woning als volgt gemotiveerd:
“Ik heb besloten het eigenwoningforfait nader vast te stellen op (0,6% x € 235.000= € 1.410 x 1/12=) € 117. Omdat de rente en kosten in 2010 zijn uitgevraagd en niet ter discussie zijn gesteld, zal ik de aangegeven rente en kosten van € 14.530 op basis van het vertrouwensbeginsel volgen. Voor wat betreft [G] levensverzekering, [H] overlijdensrisico en [Q] levensverzekering is het vertrouwen vanaf het jaar 2016 opgezegd. Ik verwijs u daarvoor naar de email van mijn collega [P] van 3 januari 2017.
In uw reactie geeft u aan dat het bedrag aan rente en kosten € 15.460 moet zijn. Uw overzicht is nieuw voor mij. Ik ben uitgegaan van hetgeen u in de aangifte (€ 14.530) heeft aangegeven (…)
In uw reactie houdt u rekening met een bedrag van € 626,03 voor woning krediet ( [C] ). Deze post is mij echter niet bekend en is in de jaren 2010 en 2011 niet meegenomen bij het vaststellen van de rente en kosten eigen woning. Verder heb ik geen stukken mogen ontvangen die dit bedrag onderbouwen, en waaruit blijkt dat de lening is aangegaan ter financiering van de eigen woning.
In uw overzicht houdt u ook rekening met een bedrag van € 305,88 voor financieel advies 17 augustus 2013. Mocht dit bedrag aftrekbaar zijn als kosten eigen woning, dan zal de aftrek pas in het jaar 2013 plaats kunnen vinden.
Uw reactie heeft mij dan ook niet van mijn standpunt doen afwijken. Het saldo inkomsten en aftrekposten eigen woning zal ik vaststellen op -/-€ 14.413.”
Verder heeft de Inspecteur alsnog de dieetkosten ten bedrage van € 350 in aftrek toegestaan en de persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten als volgt bepaald:
€ |
€ |
€ |
|
Medicijnen |
53 |
||
Hulpmiddelen |
240 |
||
Vervoerskosten |
1.000 |
||
Dieetkosten |
350 |
||
Uitgaven voor specifieke zorgkosten voor toepassing verhoging |
1.643 |
||
Verhoging specifieke zorgkosten |
658 |
||
Genees- en heelkundige hulp |
4.433 |
||
Totaal uitgaven specifieke zorgkosten |
6.734 |
||
Af: Drempel |
-/- 422 |
||
Totaal aftrekbaar bedrag specifieke zorgkosten |
6.312 |
Ten slotte heeft de Inspecteur alsnog een bedrag van € 275 aan scholingsuitgaven in aftrek toegelaten.
De Rechtbank heeft het beroep tegen de uitspraken op bezwaar betreffende de aanslag en de belastingrente ongegrond verklaard. Naar het oordeel van de Rechtbank heeft belanghebbende niet aannemelijk gemaakt dat hij recht heeft op een hogere aftrek kosten eigen woning en een hogere persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten en scholingsuitgaven dan reeds bij uitspraak op bezwaar is verleend. Een in het kader van de specifieke zorgkosten gedaan beroep op het vertrouwensbeginsel heeft de Rechtbank niet gehonoreerd.
3 Geschil
In geschil is of de aanslag IB/PVV voor het jaar 2012 tijdig en zo ja, naar het juiste bedrag is opgelegd. Het geschil spitst zich toe op de vraag of belanghebbende, al dan niet met een beroep op het vertrouwensbeginsel, recht heeft op een hogere aftrek kosten eigen woning en een hogere persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten dan reeds bij uitspraak op bezwaar is verleend, welke vraag belanghebbende bevestigend en de Inspecteur ontkennend beantwoordt.