Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7313, 18/00520

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7313, 18/00520

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 september 2019
Datum publicatie
20 september 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:7313
Zaaknummer
18/00520

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Persoonsgebonden aftrek. Specifieke zorgkosten.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/00520

uitspraakdatum: 10 september 2019

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 6 juni 2018, nummers AWB 18/194 en AWB 18/1358, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd (hierna: de aanslag). Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.708, de beschikking belastingrente dienovereenkomstig verminderd en de Inspecteur opgedragen het griffierecht te vergoeden.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 19 juni 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is gehuwd met [A] (hierna: de echtgenote).

2.2.

Belanghebbende heeft in de ingediende aangifte IB/PVV 2014 de volgende aftrekbare uitgaven voor specifieke zorgkosten vermeld:

Medicijnen € 442

Uitgaven voor hulpmiddelen - 369

Uitgaven voor vervoer i.v.m. ziekte of invaliditeit - 13.510

Dieetkosten - 2.350

Extra kleding en beddengoed - 775

Genees- en heelkundige hulp - 1.469

Totaal € 18.915

Af: drempel - 1.038

Aftrekbaar € 17.877

2.3.

Bij het vaststellen van de aanslag IB/PVV 2014 heeft de Inspecteur geen aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten toegestaan, daarbij uitgaande van de volgende berekening:

Medicijnen € 19

Uitgaven voor hulpmiddelen - 5

Uitgaven voor vervoer i.v.m. ziekte of invaliditeit - 0

Dieetkosten - 0

Extra kleding en beddengoed - 310

Genees- en heelkundige hulp - 57

Totaal € 391

Af: drempel - 1.038

Aftrekbaar € 0

Dit heeft geresulteerd in een aanslag IB/PVV 2014 naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 38.741.

2.4.

Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking belastingrente bezwaar gemaakt.

2.5.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

2.6.

Na het beroep tegen deze uitspraken op bezwaar heeft de Rechtbank ingevolge artikel 6.25, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001), een aftrek wegens weekendbezoek ter grootte van € 680 toegekend. De Rechtbank heeft het belastbare inkomen uit werk en woning vervolgens berekend op € 38.708.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of voldoende rekening is gehouden met aftrekbare uitgaven voor specifieke zorgkosten.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend.

3.3.

De Inspecteur beantwoordt deze vraag ook ontkennend, zij het alleen voor een bedrag van € 125 aan uitgaven voor vervoer in verband met ziekte of invaliditeit. De Inspecteur berekent het belastbare inkomen uit werk en woning vervolgens op € 38.583.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing