Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7499, 18/00727
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7499, 18/00727
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 september 2019
- Datum publicatie
- 27 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:7499
- Zaaknummer
- 18/00727
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00727
uitspraakdatum: 17 september 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 5 juli 2018, nummer Awb 18/112, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Wierden (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat ] te [Z] , per waardepeildatum 1 januari 2015 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2016 vastgesteld op € 586.000.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de eerder vastgestelde waarde verminderd tot € 542.000.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaresse van de onroerende zaak [a-straat ] te [Z] (hierna: de onroerende zaak). Deze onroerende zaak is een vrijstaande woning, bouwjaar 1991, met een inhoud van 850 m3 en een kaveloppervlakte van 1814 m2. Bij de onroerende zaak horen een inpandige garage, serre en dakkapel. De onroerende zaak is gelegen naast de [b-straat] met in de nabijheid een rioolpomp.
Ter zitting heeft de gemachtigde van belanghebbende uit 2010 daterend e-mailverkeer tussen de heer [A] van de gemeente Wierden en de politie van Twente laten lezen door het Hof en de heffingsambtenaar. Zakelijk weergegeven staat daarin het volgende. Belanghebbende heeft verkeersoverlast aangekaart. Het betreft overlast van het zware landbouwverkeer en overlast van automobilisten die snelheidsovertredingen begaan. In reactie hierop wordt in de desbetreffende e-mail aangegeven dat het instellen van snelheidscontroles op de [b-straat] niet zinvol is, omdat automobilisten de politie op afstand kunnen zien staan en dan hun snelheid aanpassen tot 59 kilometer per uur. Metingen wezen uit dat de gemiddelde snelheid rond 70 kilometer per uur ligt. Er wordt gezocht naar een oplossing voor sluipverkeer in een aantal straten nabij de [b-straat] . Sluipverkeer door De [b-straat] zelf wordt niet genoemd.
Tot de stukken van het geding behoort een intern e-mailbericht van de gemeente Wierden van medewerker [A] aan [B] , eveneens medewerker van de gemeente Wierden, van 20 juli 2010 waarin het volgende is vermeld:
“(…)
Subject: stankoverlast riooloverstort [b-straat]
(…)
In een gesprek op donderdag 15 juli j.l. tussen de heer [C] , woonachtig aan de [b-straat] ( [a-straat ] ), wethouder [D] en ondergetekende werd melding gemaakt van stankoverlast. De stank wordt veroorzaakt door het overstorten van de riolering in de buurt van de woning van de heer [C] .
Uit navraag blijkt dat dit probleem al bekend is en dat er naar een oplossing wordt gezocht.
(…)”
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van 12 augustus 2010 van de heer [B] aan belanghebbende en haar echtgenoot de heer [C] waarin het volgende is vermeld:
“(…)
De rooilucht die u af en toe ruikt komt omdat er een open verbinding is tussen het rioolgemaal bij de entree van de wijk en de greppel tussen de [b-straat] en uw woning.
Door medewerkers van de onderhoudsdienst van de gemeente is inmiddels een stankslot geplaatst waardoor de rioollucht niet meer kan ontsnappen vanuit het gemaal naar buiten.
Wij gaan er van uit dat er geen stankoverlast meer ontstaat, mocht dit wel het geval zijn, bel dan gerust.”
Ter zitting heeft de gemachtigde van belanghebbende een e-mail voorgelezen die de echtgenoot van belanghebbende op 1 oktober 2013 heeft gestuurd aan de gemeente Wierden. Zakelijk weergegeven staat daarin het volgende. Belanghebbendes echtgenoot geeft aan dat het mobiliteitsplan van de gemeente gelukkig niet doorgaat, dat de snelheidsovertredingen en de verkeershinder op de [b-straat] niet gecontroleerd zijn, dat er overlast is van agrarisch verkeer en dat sprake was van een regelrechte terreur door een rally op 29 juni 2013 waarin klassieke auto’s met snelheden van 80 tot 100 kilometer per uur over de straat scheurden.
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van 4 augustus 2014 van de echtgenoot van belanghebbende aan de heer [B] waarin het volgende is vermeld:
“(…)
Wij hadden na de ingreep van 2010 geen last meer van rioollucht.
Echter sinds de hemelwaterafvoer is gescheiden van de riolering hebben we sinds enkele weken weer last van een enorme stank.
(…)
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van 26 september 2015 van de echtgenoot van belanghebbende aan de heer [B] waarin het volgende is vermeld:
“(…)
Kennelijk is het in stand houden van een acceptabele situatie ten aanzien van het riool op de hoek van de [a-straat ] en de [b-straat] een niet erg eenvoudige opgave.
In 2010 is een stankafsluiter geplaatst om de stank problemen op te lossen, dat werkte perfect, de stank was verdwenen.
In 2014 is het plan opgevat om de regenwater afvoer te scheiden van de riolering. Sindsdien hadden we weer ernstige problemen die toen, zo werd ons verteld te maken hadden met het niet functioneren van de oude pompinstallatie.
Dat is toen door dezelfde firma die ook de regenwaterafvoer in de wijk heeft aangelegd "verholpen".
Wij hebben toen tijdens de pompvervanging aan de uitvoerder dringend verzocht weer een stankafsluiter te monteren, en er werd me verzekerd, dat dit ook zou gebeuren.
Toch is sinds die ingreep de stank overlast nooit helemaal weggeweest, en sinds een paar weken is het in volle glorie terug. Zo erg dat we vandaag, met aardig weer toch maar niet meer in de tuin hebben gezeten, want de stank is overweldigend. Noordoosten tot Oosten wind drijft de riool lucht, direct vanuit het open riool richting onze tuin en huis. Ramen en deuren zoveel mogelijk dicht houden.
U begrijpt dat dit niet aanvaardbaar is, zeer ernstig ingrijpt op ons leef comfort en ook onze gezondheid. Ik heb inmiddels twee maal een klacht ingediend op de website, maar krijg hier geen antwoord op, terwijl ik de zaak toch echt als urgent beschouw.
Weliswaar varieert de mate van stank kennelijk afhankelijk hoeveel vuil water wordt afgevoerd en wat voor weer en wind het is, maar het is NOOIT aangenaam.
Kortom, net als in 2010 breng a.u.b. met spoed een adequate stankafsluiter aan, iets wat kennelijk bij de vervanging van de pomp niet of niet goed gebeurd is.
(…)”
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van de echtgenoot van belanghebbende aan de heer [B] van 6 oktober 2015 waarin het volgende is vermeld:
“(…) Ik heb van mijn vrouw begrepen dat geconstateerd is dat de besturing van de riool afvoer WEER in storing stond, en de detectie/waarschuwingslamp ook niet werkte omdat de zekering was gesprongen. (…)
Een aantal malen in de laatste paar jaar hebben we feitelijk op een open riool geleefd,(…)”.
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van 12 oktober 2015 van de heer [E] van de gemeente Wierden aan de echtgenoot van belanghebbende waarin het volgende is vermeld:
“ (…) Uw melding betreffende Riolering is ingevoerd in ons meldingen systeem. (…) ”.
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van 5 april 2016 van de echtgenoot van belanghebbende aan de heer [B] waarin het volgende is vermeld:
“(…)
Vandaag, 6 maanden na het vorige voorval, constateerde ik dat de pomp van de riolering aan de [a-straat ] weer in storing staat.
(…)
Het patroon blijft zoals tevoren, enkele malen per jaar functioneert de boel niet en het is onzeker voor hoe lang, want wij zijn meestal de enigen die het constateren.
(…)
Ik weet natuurlijk niet hoe lang deze storing er dit keer al is geweest (en dat kon de man van de gemeente ook niet aangeven), ik kijk echt niet elk half uur, en ben er zeker ook niet elke dag, ofwel vaak genoeg een week op reis, En dan is het leed niet te overzien, vliegen, ratten en enorme stank, zoals vorig jaar twee keer.
(…)”
Op 27 februari 2017 heeft de gemeente Wierden het voornemen kenbaar gemaakt om op een deel van de [b-straat] een spitsuurverbod in te stellen voor gemotoriseerd verkeer.
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van de echtgenoot van belanghebbende aan de heer [B] van 8 augustus 2017 waarin het volgende is vermeld:
“(…)
De stank heeft zich afgelopen nacht vrij sterk ontwikkeld en verder verspreid, en we hebben midden in de nacht (z)elfs de slaapkamerramen aan de westkant van ons huis (60 meter van de door mij verdachte bron) moeten sluiten omdat de rioollucht te sterk werd.
Wat heel zeker is, is dat er gisteren uit de put, terwijl ik op de plaat stond midden op de weg, bij vlagen riool lucht uitkomt; gewoon door de knieën en dan ruiken bij de opening.
(…)
Vanochtend was de lucht inderdaad verdwenen.
(…)
De lucht hangt het sterkst in de achtertuin, ca. 35 meter van het huis. Rondom het huis is het geurvrij, totdat bij windstil weer de geur zich verder verspreidt. Zoals afgelopen nacht.
(…)”
Tot de stukken van het geding behoort een e-mail van [B] aan de echtgenoot van belanghebbende van 7 februari 2018 waarin het volgende is vermeld:
“(…) Het heeft even op zich laten wachten maar we hebben afgelopen periode een stankfilter geplaatst naast de pompput bij de entree van de [a-straat ] . Ook hebben we de put voorzien van een filterdoek.
(…)
Hopelijk is hiermee de stankoverlast verleden tijd. (…)”.
Bij brief van de gemeente Wierden aan de echtgenoot van belanghebbende van 21 juni 2018 kondigt de gemeente Wierden aan dat op de [b-straat] een spitsuurverbod wordt ingesteld. Bij de brief is een beschikking gevoegd waarin onder meer het volgende is opgenomen:
“BESCHIKKING van burgemeester en wethouders houdende het nemen van verkeersmaatregel (geslotenverklaring gedeelte [b-straat] voor gemotoriseerd verkeer, tijdens spitsuren).
(…)
AANLEIDING.
Vanwege verkeershinder, -overlast en -onveiligheid met name tijdens de spitsuren, hebben bewoners van de [a-straat ] verzocht om op een deel van de [b-straat] maatregelen te treffen om deze problemen tegen te gaan c.q. te verminderen
ARGUMENTEN
Uit verkeerstellingen blijkt dat dagelijks (op werkdagen) Ga. 400 à 500 motorvoertuigen van de [b-straat] (gedeelte [a-straat ] - [c-straat] ) gebruik maken. Hierbij ligt de V85 (gemiddelde snelheid waarmee 85% van de verkeersdeelnemers rijdt) op ca. 75 km/uur, daar waar maximaal 60 km/uur is toegestaan. Ook valt uit de tellingen een duidelijke ochtend- (van 06.00 uur tot 09.00 uur) en avondspits (van 16.00 uur tot 19.00 uur) af te leiden. In deze periode rijdt ca. 50 % van de passanten. Uit recente tellingen van het aantal fietsers blijkt dat ca. 60 fietsers per etmaal van de [b-straat] (gedeelte [a-straat ] - [c-straat] ) gebruik maken.
De oorzaak van de verkeerstoename in de spitsuren op de [b-straat] ligt vooral in de toenemende drukte en filevorming op de N35. Eerdere maatregelen op de [c-straat] en [d-straat] (met z.g. landbouwsluizen) stuitten ook op weerstand vanuit de omgeving, maar blijken nu afdoende te zijn om een groot deel van het toenmalige sluipverkeer te weren
(…)
OVERWEGING
Door deze maatregel wordt de verkeersveiligheid op de [b-straat] verbeterd en wordt ook de hoeveelheid sluipverkeer beperkt. Het spitsverbod heeft met name effect voor de veiligheid van het fietsverkeer op dit deel van de [b-straat] , maar ook voor de omgeving ervan. De uitstraling van deze maatregel heeft ook een positief effect op vermindering van het verkeer op de parallelweg langs de N35. Ook zal het verkeer minder de VRI van de kruising [c-straat] /N35 in werking stellen waardoor het verkeer op de N35 beter doorstroomt.
De bewoners die meer dan 500 meter moeten omrijden, kunnen op verzoek ontheffing van het spitsverbod krijgen.
De [b-straat] is in beheer van en in onderhoud bij de gemeente Wierden.
Overeenkomstig artikel 24 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer heeft overleg plaatsgevonden met de verkeersadviseur van politie-eenheid Oost Nederland, district Twente. Hij kan instemmen met deze maatregel.
Gezien het besluit van de raad van 9 mei 1995 waarbij het college van burgemeester en
wethouders is gemachtigd tot het nemen van verkeersmaatregelen.
(…)
BESLISSING:
(…) zal voor de [b-straat] tussen de toegang [a-straat ] en de [c-straat] door plaatsing van de borden C12 een gesloten verklaring voor alle motorvoertuigen tijdens de spitsuren worden ingesteld, overeenkomstig de bij dit besluit behorende tekening.
(…)”
Op 5 november 2018 brengt de commissie bezwaarschriften van de gemeente Wierden advies uit aan het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wierden (hierna: college van B&W) naar aanleiding van een negentiental bezwaarschriften inzake het verkeersbesluit tot het instellen van een spitsuurverbod voor gemotoriseerd verkeer op een gedeelte van de [b-straat] . Daarin is opgenomen:
“(…)
Bestreden besluit:
Het verkeersbesluit tot het instellen van een spitsuurverbod voor gemotoriseerd verkeer op een gedeelte van de [b-straat] .
De commissie voor de bezwaarschriften adviseert het bestuursorgaan:
(…)
3. Het bestreden besluit te herroepen.
(…)
Overwegingen commissie
(…)
Naar aanleiding van een klacht van een bewoner aan de [a-straat ] heeft het college onderzoek verricht door het houden van verkeerstellingen en snelheidsmetingen.
Uit verkeerstellingen is naar voren gekomen dat het gaat om circa 500 vervoersbewegingen op de [b-straat] per etmaal, waarvan circa 250 tijdens de spitsuren. In deze 250 vervoersbewegingen zitten ook de vervoersbewegingen van aanwonenden en anderen die inmiddels een ontheffing hebben gekregen dan wel recht hebben op een ontheffing van het spitsuurverbod. De reductie van het aantal vervoersbewegingen tijdens de spitsuren ligt logischerwijs dan rond de 100 per spitsuur (ochtend- of avondspits). Daarnaast is uit verkeerstellingen naar voren gekomen dat er 60 fietsers per etmaal gebruik maken van de [b-straat] . Ook dit aantal moet worden verdeeld over de ochtend- en avondspits.
(…)
Het is de commissie gebleken dat het gaat om een beperkt aantal vervoersbewegingen van gemotoriseerd- en fietsverkeer tijdens de spits in combinatie met de ruimhartigheid waarmee ontheffingen voor het spitsuurverbod worden verleend door het college.
(…)
Gezien het vorenstaande adviseert de commissie dan ook het bestreden besluit te herroepen.
(…)”
De gemeenteraad van Wierden heeft naar aanleiding van het advies van de commissie bezwaarschriften een motie aangenomen waarin het college van B&W verzocht wordt de beschikking van 21 juni 2018 in te trekken.
In de zittingsaantekeningen van het onderzoek ter zitting van de Rechtbank Overijssel van 9 mei 2018 is de volgende zakelijke weergave opgetekend van een verklaring van de heffingsambtenaar:
“(…)
Verweerder merkt op dat als het aan hem zou hebben gelegen de waarde niet was verlaagd. Verweerder kan zich geen sluiproute voorstellen.
Waterzuivering is er wel, nl op 1 km afstand. Wel enige geur hiervan maar geen extreme stankoverlast. Tuin op het noorden, maar tuin is zo groot, dat er altijd wel zon is in de tuin. 10% had niet van de oorspronkelijke waarde afgetrokken hoeven worden.
Overlast wordt op de kavel afgeschreven.
Al het object naast de waterzuivering had gelegen, dan aftrek van 20%.
(…)”
3 Geschil
In geschil is de vastgestelde waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum. Het geschil spitst zich toe op de vraag of de heffingsambtenaar bij het vaststellen van de waarde van de onroerende zaak voldoende rekening heeft gehouden met de verkeersoverlast en de stankoverlast.