Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7501, 18/00864
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-09-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:7501, 18/00864
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 september 2019
- Datum publicatie
- 27 september 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:7501
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:610
- Zaaknummer
- 18/00864
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Persoonsgebonden aftrek. Uitgaven voor specifieke zorgkosten. Kosten verblijf huurwoning wegens chronische rugklachten aftrekbaar?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00864
uitspraakdatum: 17 september 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 3 augustus 2018, nummer AWB 17/6670, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2013 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard, de aanslag verminderd en de belastingrente dienovereenkomstig verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 28 augustus 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting is van belanghebbende op 2 september 2019 een brief ontvangen. Het Hof heeft hierin geen aanleiding gezien het onderzoek te heropenen en slaat op de inhoud van de brief verder geen acht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende was het gehele jaar 2013 gehuwd met [A] (hierna: de partner). Samen hebben zij drie kinderen.
Belanghebbende woonde in 2013 met de kinderen op het adres [a-straat 1] te [Z] . Vanwege chronische rugklachten woonde de partner dat jaar op een ander adres, [b-straat 2] te [Z] , alwaar hij ook stond ingeschreven. Dit betreft een huurwoning. belanghebbende heeft daar voor de partner gezorgd en hem onder meer naar afspraken in het ziekenhuis gebracht.
De Inspecteur heeft de aftrek van de kosten en lasten ter zake van de huurwoning als persoonsgebonden aftrekpost wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten geweigerd.
De Rechtbank heeft dienaangaande geoordeeld dat de huurkosten van een tweede woning (de huurwoning), al dan niet gemaakt in verband met problemen van medische aard, niet kwalificeren als voor aftrek in aanmerking komende uitgaven voor specifieke zorgkosten als genoemd in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel a, tot en met het negende lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (tekst 2013, hierna: Wet IB 2001).
Na afloop van de zitting van de Rechtbank hebben belanghebbende en de partner ervoor gekozen de persoonsgebonden aftrekpost wegens levensonderhoud van kinderen geheel bij de partner in aanmerking te nemen. Dit heeft ertoe geleid dat met dagtekening 11 augustus 2018 aan belanghebbende een navorderingsaanslag is opgelegd waarbij het verzamelinkomen is vastgesteld op € 8.673.
3 Geschil
In geschil is of de kosten en lasten ter zake van het verblijf van de partner in de huurwoning (huur, gas/water/licht en dergelijke) in aftrek kunnen worden gebracht als uitgaven voor specifieke zorgkosten.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de partner door chronische rugklachten genoodzaakt was om elders te gaan wonen, alwaar zij voor hem heeft gezorgd. Om die reden wenst hij de kosten en lasten ter zake van zijn verblijf in de huurwoning, voor het jaar 2013 begroot op ruim € 20.000, in aanmerking te nemen als persoonsgebonden aftrekpost wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten. Volgens belanghebbende is het verblijf van de partner in de huurwoning vergelijkbaar met een verblijf in een ziekenhuis of een andere inrichting waarin zorg wordt verleend.
Volgens verweerder kwalificeren de kosten en lasten ter zake van de huurwoning niet voor een persoonsgebonden aftrek wegens uitgaven voor specifieke zorgkosten.