Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:8110, 18/00636 en 18/00637
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:8110, 18/00636 en 18/00637
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 oktober 2019
- Datum publicatie
- 18 oktober 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:8110
- Zaaknummer
- 18/00636 en 18/00637
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling autoshowrooms.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 18/00636 en 18/00637
uitspraakdatum: 8 oktober 2019
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op de hoger beroepen van
[X] B.V. te [Z] (Ov) (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraken van de rechtbank Overijssel van 14 juni 2018, nummer AWB 18/300 en nummer AWB 18/301, in de gedingen tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
nummer 18/00636
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 1 te [A] , per waardepeildatum 1 januari 2016, voor het jaar 2017 vastgesteld op € 769.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting (gebruiker niet-woning) voor het jaar 2017 vastgesteld op € 2.267,78.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
nummer 18/00637
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet WOZ de waarde van de onroerende zaak [b-straat] 50 te [Z] (Ov), per waardepeildatum 1 januari 2016, voor het jaar 2017 vastgesteld op € 2.312.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting (eigenaar niet-woning) voor het jaar 2017 vastgesteld op € 8.508,16.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
beide nummers
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2019. De zaken zijn gelijktijdig ter zitting behandeld. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is gebruiker van de onroerende zaak [a-straat] 1 te [A] . Het betreft een autoshowroom met werkplaats, kantoor en opslag/magazijn, gebouwd in 1971 en gerenoveerd in 2010.
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak [b-straat] 50 te [Z] (Ov). Het betreft een autoshowroom met werkplaats, kantine, opslag/magazijn (een bandenhotel) en extra grond, gebouwd in 2013 en nadien verbouwd.
3 Geschil
In beide zaken is in geschil of de heffingsambtenaar in de bezwaarfase gehouden was om op verzoek van belanghebbende marktgegevens te verstrekken ter onderbouwing van de gehanteerde kapitalisatiefactoren. Verder is de waarde van beide onroerende zaken in geschil, in het bijzonder de in dat kader te hanteren objectkenmerken, huurwaarden en kapitalisatiefactoren. In de zaak 18/00637 ( [b-straat] 50) is voorts in geschil of de hoorplicht is geschonden.