Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9108, 18/00560
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9108, 18/00560
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 29 oktober 2019
- Datum publicatie
- 8 november 2019
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2019:9108
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:1671
- Zaaknummer
- 18/00560
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling bedrijfsgebouw (dagactiviteitencentrum).
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 18/00560
uitspraakdatum: 29 oktober 2019
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
Stichting [X] te [Z]
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 29 mei 2018, nummer AWB 17/5769, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Ede (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) ten aanzien van belanghebbende de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat 1] te [A] , per waardepeildatum 1 januari 2016 voor het kalenderjaar 2017 vastgesteld op € 1.631.000 (hierna: de beschikking). Tegelijk met deze beschikking is aan belanghebbende een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd (hierna: de aanslag).
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift verenigde uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2019 te Arnhem. Daarbij is verschenen [B] , als gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [C] , taxateur. Namens de heffingsambtenaar is verschenen [D] , taxateur.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de onroerende zaak, gelegen aan de [a-straat 1] te [A] (hierna: de onroerende zaak).
De onroerende zaak wordt door belanghebbende gebruikt als dagactiviteitencentrum voor mensen met een verstandelijke (en lichamelijke) beperking. Deelnemers kunnen dagelijks komen werken of activiteiten verrichten. De activiteiten en werkzaamheden worden verricht in de werkplaats, in de bakkerij en in de kas en tuin die bij het activiteitencentrum horen. Verder behoren tot het activiteitencentrum een winkel en een huishoudelijke dienst. Ook daar zijn deelnemers werkzaam.
De totale oppervlakte van de onroerende zaak is 6.165 m². Het bouwjaar van de onroerende zaak is 1997.
De heffingsambtenaar heeft, ter ondersteuning van de door hem verdedigde waarde, verwezen naar een taxatierapport van 16 april 2018, opgemaakt door [D] , gecertificeerd WOZ-taxateur (hierna: de taxateur). De onroerende zaak is op 12 maart 2018 inpandig opgenomen. In het taxatierapport wordt de onroerende zaak getaxeerd op € 1.631.000. Bij de waardering heeft de taxateur aansluiting gezocht bij de kengetallen die zijn genoemd in de Taxatiewijzer Verzorging, archetype N3800000 “Dagverblijf voor bezigheidstherapie en lichte werkzaamheden” (hierna: N38). In het taxatierapport is aan het gebouw een vervangingswaarde toegekend van € 1.021 per m². Het archetype N38 vermeldt een minimumvervangingswaarde van € 1.030 per m² en een maximumvervangingswaarde van € 1.466 per m². Deze waarde is als volgt verdeeld over de verschillende onderdelen van het gebouw, 41% ruwbouw, 29% afbouw/vaste inrichting en 30% installaties. Verder is de heffingsambtenaar bij de bepaling van de technische veroudering uitgegaan van een levensduur van 55 jaar en een restwaarde van 25% voor de ruwbouw, 29 jaar en 20% voor de afbouw en 25 jaar en 15% voor de installaties. De levensduur en restwaarden van de ruwbouw en de afbouw vallen binnen de bandbreedtes van de kengetallen zoals die zijn opgenomen bij het archetype N38. Voor de installaties heeft de heffingsambtenaar een levensduurverlenging toegepast ten opzichte van de levensduur van 10-20 jaar die bij het archetype N38 staat genoemd. Daarnaast heeft de heffingsambtenaar ter zitting verklaard dat hij de restwaarde naar beneden heeft bijgesteld.
Belanghebbende heeft, ter ondersteuning van de door haar verdedigde waarde, verwezen naar een taxatierapport van 24 oktober 2017, opgemaakt door [C] . In dit taxatierapport is de waarde van de onroerende zaak vastgesteld op € 1.344.000.
3 Het geschil
In geschil is of de waarde van de onroerende zaak door de heffingsambtenaar op een te hoog bedrag is vastgesteld. Het geschil spitst zich toe op de volgende vragen:
- Is de heffingsambtenaar bij de waardering uitgegaan van het juiste archetype en de juiste Taxatiewijzer?
- Zo ja, zijn de daaruit gebruikte kengetallen voldoende onderbouwd?
- Is de heffingsambtenaar terecht uitgegaan van levensduurverlenging van de installaties?
- Heeft verweerder voldoende rekening gehouden met de functionele veroudering (belemmering gebruiksmogelijkheden en excessieve gebruikskosten) van de onroerende zaak?
Tussen partijen is niet in geschil dat moet worden uitgegaan van de gecorrigeerde vervangingswaarde (hierna: de gvw).
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraken op bezwaar, en tot vermindering van de vastgestelde waarde tot € 1.344.000 en dienovereenkomstige vermindering van de aanslag.
De heffingsambtenaar concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.