Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9109, 18/00848

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-10-2019, ECLI:NL:GHARL:2019:9109, 18/00848

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
29 oktober 2019
Datum publicatie
8 november 2019
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2019:9109
Zaaknummer
18/00848

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummer 18/00848

uitspraakdatum: 29 oktober 2019

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 7 augustus 2018, nummer Awb 17/2711, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Hardenberg (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) ten aanzien van belanghebbende de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 26 te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2016 voor het jaar 2017 vastgesteld op € 176.000. Tegelijk met deze beschikking is door de heffingsambtenaar aan belanghebbende een aanslag in de onroerende-zaakbelasting (hierna: OZB) opgelegd.

1.2.

De heffingsambtenaar heeft de daartegen gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 10 oktober 2019. Daarbij zijn verschenen en gehoord [A] als de gemachtigde van belanghebbende alsmede [B] namens de heffingsambtenaar.

1.6.

Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] 26 te [Z] . De onroerende zaak is een in 1986 gebouwde twee-onder-één-kapwoning. De onroerende zaak heeft een inhoud van 330 m³. De perceeloppervlakte bedraagt 313 m2.

2.2.

Ter onderbouwing van de door de heffingsambtenaar voorgestane waarde is in beroep een taxatiematrix overgelegd opgemaakt door [C] op 8 mei 2018 waarin drie referentieobjecten zijn aangedragen. De referentieobjecten betreffen twee-onder-één-kapwoningen gelegen te [Z] :

Object

Bouwjaar

Inhoud

(m³)

Waarde

per m³

(€)

Waarde inhoud

(€)

Per-ceel

(m²)

Waarde

per m² (€)

Waarde perceel

(€)

Bijgebouwen

Waarde

(afgerond)

(€)

Koopsom en datum

(€)

[a-straat] 26

1986

330

360

118.800

313

171

53.523

Berging/schuur aangeb. € 1.700

Berging/schuur vrijst.

€ 3.000

Carport € 2.100

Overkapping/luifel € 1.800

180.000

[b-straat] 16

1990

375

335

125.625

240

175

42.000

Berging/schuur aangeb. € 5.040

Carport € 1.800

Tuinhuis/blokhut € 1.200

Dakkapel € 2.000

177.000

172.500

(01-04-2015)

[b-straat] 14

1990

346

370

128.020

239

175

41.285

Garage € 5.600

Berging/schuur aangeb. € 2.450

Carport € 2.100

Tuinhuis/blokhut € 1.050

Dakkapel € 2.000

183.000

177.000

(19-05-2016)

[c-straat] 12

1978

298

370

110.260

233

175

40.775

Berging (voorm. garage) € 4.900

Carport € 1.650

Tuinhuis/blokhut € 900

Overkapping/luifel € 3.300

Dakkapel € 2.000

163.000

165.000

(04-10-2016)

De kwaliteit, onderhoudstoestand, luxe en doelmatigheid worden zowel bij de onroerende zaak als de referentieobjecten – met uitzondering van de luxe van het object [b-straat] 14, waarvan de woning op een ‘4’ (goed) wordt gewaardeerd – gewaardeerd op een ‘3’, hetgeen volgens het rapport ‘voldoende’ betekent. De ligging van de onroerende zaak en de referentieobjecten is in alle gevallen op een ‘3’ (voldoende) gewaardeerd. Bij de vaststelling van de kavelwaarden heeft de heffingsambtenaar gebruik gemaakt van de volgende grondstaffel:

Oppervlakte

Prijs/m²

0-300 m²

€ 175

301-600 m²

€ 88

601-900m²

€ 44

901-1.200 m²

€ 22

1.201-1.500 m²

€ 11

1.501m² en meer

€ 5

2.3.

Belanghebbende heeft ter onderbouwing van zijn standpunt eveneens een taxatierapport overgelegd, opgemaakt door taxateur [D] . Hierin wordt geconcludeerd tot een waarde van de onroerende zaak van € 152.000.

Object

Bouwjaar

Inhoud

(m³)

Waarde

per m³

(€)

Waarde inhoud

(€)

Per-ceel

(m²)

Waarde

per m² (€)

Waarde perceel

(€)

Bijgebouwen

Waarde

(afgerond)

(€)

Koopsom en datum

(€)

[a-straat] 16

1986

330

308

101.640

313

129

40.377

Berging/schuur aangeb. € 3.000

Berging/schuur vrijst.

€ 2.000

Carport € 2.550

Overkapping/luifel € 3.000

152.000

[d-straat] 99

1965

305

259

78.995

314

124

38.936

Garage € 8.400

Carport € 2.400

Berging/schuur aangeb. € 1.200

129.000

€ 130.000

(29-09-2015)

[d-straat] 25

1950

356

279

99.234

360

120

43.200

Dakkapel € 4.000

Berging/schuur vrijst. € 19.800

Carport € 1.500

Kelder/souterrain € 2.000

169.000

170.000

(01-12-2015)

[b-straat] 16

1990

375

336

126.000

240

139

33.360

Berging/schuur aangeb. € 9.600

Carport € 1.950

Tuinhuis/blokhut € 1.000

Dakkapel € 5.000

176.000

172.500

(01-04-2015)

[b-straat] 14

1990

346

349

120.754

239

140

33.460

Garage € 10.200

Carport € 2.600

Tuinhuis/blokhut € 1.000

Dakkapel € 5.000

173.000

177.000

(19-05-2016)

[c-straat] 12

1978

298

365

108.770

233

140

32.620

Garage € 8.400

Carport € 1.650

Tuinberging € 1.200

Overkapping/luifel € 3.450

Dakkapel € 5.000

161.000

165.000

(04-10-2016)

[e-straat] 13

1991

305

343

104.615

259

140

36.260

Garage € 12.000

Carport € 2.700

Dakkapel € 5.000

Overkapping/luifel € 2.550

163.000

170.000

(10-01-2017)

[a-straat] 8

(hoekwoning)

1986

396

264

€ 162.500

(17-01-2017)

Belanghebbende heeft de kwaliteit van de onroerende zaak en de referentieobjecten aan de [d-straat] lager – op een 6 – gewaardeerd dan de andere referentieobjecten – een 7 – omdat de onroerende zaak een houtskeletwoning betreft (terwijl de referentieobjecten traditioneel gebouwde stenen woningen zijn) en omdat de objecten aan de [d-straat] in een andere periode zijn gebouwd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de waardepeildatum.

3.2.

Belanghebbende stelt zich primair op het standpunt dat de waarde moet worden vastgesteld op € 152.000 en subsidiair op € 161.000. De heffingsambtenaar bepleit handhaving van de vastgestelde waarde.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing