Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:178, 18/01223

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-01-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:178, 18/01223

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
7 januari 2020
Datum publicatie
17 januari 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:178
Zaaknummer
18/01223

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 18/01223

uitspraakdatum: 7 januari 2020

op het hoger beroep van

de erven van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 21 november 2018, nummer UTR 17/4911, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking SWW (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking ten name van belanghebbende is voor het kalenderjaar 2017 op grond van de Wet waardering onroerende zaken (de wet Woz) de waarde vastgesteld van de onroerende zaak [a-straat] 37 te [Z] .

1.2.

De heffingsambtenaar heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2019. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1.

De onroerende zaak [a-straat] 37 te [Z] (hierna: de woning) is een in 1910 gebouwde geschakelde woning met garage, dakkapel en ligplaats. De woning heeft een inhoud van 382 m3 en is gelegen op een perceel van 535 m² en heeft daarnaast een aan de overzijde van de weg aan het water van de Vecht gelegen ‘overtuin’ van 20 m².

2.2.

Bij beschikking van 30 juni 2017 heeft de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van de woning voor het jaar 2017 vastgesteld op € 405.000.

2.3.

Op 31 juli 2017 is aan belanghebbende op verzoek een taxatieverslag gezonden, waarin een waarde staat vermeld van € 337.000.

2.4.

In de procedure voor de Rechtbank heeft de heffingsambtenaar een taxatiematrix overgelegd, waarin de waarde van de woning naar de waardepeildatum 1 januari 2016 wordt getaxeerd op € 441.000. De woning is daarin vergeleken met de verkochte objecten [a-straat] 39, [b-straat] 21 en [b-straat] 19, alle te [Z] .

3 Het geschil

In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak terecht heeft vastgesteld op € 405.000. Belanghebbende verdedigt een waarde van € 337.000. De heffingsambtenaar stelt zich op het standpunt dat de waarde correct is vastgesteld.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing