Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2108, 18/00962 en 18/00963

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2108, 18/00962 en 18/00963

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 maart 2020
Datum publicatie
27 maart 2020
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:2108
Zaaknummer
18/00962 en 18/00963

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Dwangsom wegens niet tijdig beslissen? Persoonsgebonden aftrek. Specifieke zorgkosten. Aftrekbare giften.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 18/00962 en 18/00963

uitspraakdatum: 10 maart 2020

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank [E] van 17 september 2018, nummers AWB 18/1698 en AWB 18/1868, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 27.966 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 81. Tevens is bij beschikking € 118 aan belastingrente in rekening gebracht. Voor het jaar 2016 heeft de Inspecteur aan belanghebbende een aanslag in de IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 29.151. Bij beschikking is € 35 aan belastingrente berekend. Daarnaast heeft de Inspecteur bij beschikking beslist om geen dwangsom toe te kennen.

1.2.

De Inspecteur heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2015 gegrond verklaard, het belastbaar inkomen uit werk en woning verminderd tot € 26.956, het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen gehandhaafd en de belastingrente dienovereenkomstig verminderd. De Inspecteur heeft bij eveneens afzonderlijke uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2016 en de beschikking inzake de belastingrente, alsmede tegen de dwangsombeschikking ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank [E] (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen betreffende de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2015 en 2016 ongegrond verklaard. Op het beroep betreffende de dwangsombeschikking heeft de Rechtbank geen beslissing genomen.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 21 januari 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende was vanaf 26 maart 2007 gehuwd met mevrouw [A] (hierna: de ex-partner). De ex-partner heeft op 30 november 2016 een verzoek tot echtscheiding ingediend.

Inzake de aanslag IB/PVV 2015

2.2.

Belanghebbende heeft op 13 maart 2016 voor het jaar 2015 aangifte IB/PVV gedaan en daarin verzocht om aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en van giften. Belanghebbende en zijn ex-partner zijn als fiscaal partner aangemerkt. Bij brief van 12 januari 2017 heeft de Inspecteur nadere informatie gevraagd over deze aftrekposten. Bij brieven van 13 januari 2017, 9 maart 2017 en 9 juni 2017 heeft belanghebbende informatie verstrekt aan de Inspecteur over de uitgaven van specifieke zorgkosten en de giften en de aanvankelijk in de aangifte vermelde bedragen voor de specifieke zorgkosten op onderdelen aangepast. Uiteindelijk heeft belanghebbende voor het jaar 2015 verzocht om aftrek van de navolgende uitgaven voor specifieke zorgkosten en giften (voor toepassing drempels):

Uitgaven voor specifieke zorgkosten

in euro’s

Medicijnen

397

Uitgaven voor hulpmiddelen

302

Uitgaven voor vervoer

902

Dieetkosten

1.000

Genees- en heelkundige hulp

1.959

Reiskosten ziekenbezoek

46

Totaal

4.606

Giften

in euro’s

Vakbond

96

Natuurmonumenten

10

Greenpeace

10

Stichting [B]

1.200

Stichting [C]

800

Vrijwilliger maatschappelijke dienstverlening [D]

1.200

Zorgbelang [E]

400

Totaal

3.716

2.3.

Bij het opleggen van de aanslag IB 2015 heeft de Inspecteur de uitgaven voor specifieke zorgkosten tot een bedrag van € 1.138 (voor aftrek drempel) geaccepteerd en de aftrek voor giften geheel gecorrigeerd.

2.4.

Bij uitspraak op bezwaar is de Inspecteur gedeeltelijk tegemoetgekomen aan het bezwaar van belanghebbende en heeft uiteindelijk de navolgende aftrekpost uitgaven voor specifieke zorgkosten (voor toepassing drempel) geaccepteerd:

Uitgaven voor specifieke zorgkosten

in euro’s

Medicijnen

79

Kleding/beddengoed

720

Uitgaven voor vervoer

661

Dieetkosten

600

Genees- en heelkundige hulp

88

Totaal

2.148

Inzake de aanslag IB/PVV 2016

2.5.

Voor het jaar 2016 heeft belanghebbende op 10 maart 2017 aangifte IB/PVV gedaan. Ook in deze aangifte heeft hij verzocht om aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en van giften. Belanghebbende en zijn ex-partner zijn in dit jaar geen fiscaal partner van elkaar. Belanghebbende heeft bij brief van 6 juni 2017 nadere informatie over deze aftrekposten verstrekt. Bij brief van 9 juni 2017 heeft belanghebbende een hogere aftrek voor uitgaven voor vervoer verzocht. Partijen hebben verder gecorrespondeerd over de diverse in aftrek gebrachte kosten. Uiteindelijk heeft belanghebbende voor het jaar 2016 verzocht om aftrek voor de navolgende uitgaven voor specifieke zorgkosten en giften (voor toepassing drempels):

Uitgaven voor specifieke zorgkosten

in euro’s

Medicijnen

124

Uitgaven voor hulpmiddelen

75

Uitgaven voor vervoer

351

Genees- en heelkundige hulp

439

Reiskosten ziekenbezoek

432

Totaal

1.421

Giften

in euro’s

Stichting [B]

1.193

Stichting [C]

360

Vrijwilliger maatschappelijke dienstverlening [D]

180

Zorgbelang [E]

225

Totaal

1958

2.6.

Bij het opleggen van de aanslag IB/PVV 2016 heeft de Inspecteur de uitgaven voor specifieke zorgkosten tot een bedrag van € 417 (voor verhoging en aftrek drempel) geaccepteerd en de aftrek voor giften geheel gecorrigeerd.

2.7.

Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar van belanghebbende afgewezen en de aanslag gehandhaafd. De Inspecteur heeft de navolgende aftrekpost uitgaven voor specifieke zorgkosten (voor verhoging en toepassing drempel) geaccepteerd:

Uitgaven voor specifieke zorgkosten

in euro’s

Medicijnen

14

Uitgaven voor hulpmiddelen

75

Uitgaven voor vervoer

328

Totaal

417

Inzake de dwangsombeschikking

2.8

Op 16 november 2017 heeft de Inspecteur het bezwaarschrift van belanghebbende ontvangen tegen de aanslagen IB/PVV 2015 en 2016.

2.9

Belanghebbende heeft de Inspecteur op 5 februari 2018 in gebreke gesteld wegens het niet doen van een uitspraak op het bezwaar van belanghebbende tegen de in 2.8 genoemde aanslagen.

2.10

Bij afzonderlijke brieven van 19 februari 2018 heeft de Inspecteur een motivering gegeven op de door belanghebbende ingediende bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV 2015 en 2016. In de aanhef van de brieven staat bij betreft “uitspraak op het bezwaarschrift”. Verder staat in deze brief –voor zover relevant- het volgende:

“(…)

Beoordeling van uw bezwaar

(…)

Beslissing

Ik kom gedeeltelijk tegemoet aan uw bezwaar.

Het is mogelijk in beroep te gaan tegen de uitspraak op het bezwaarschrift. Ik verwijs u hiervoor naar de toelichting op het aanslagbiljet dat u binnenkort ontvangt.

(…)”

2.11

De Inspecteur heeft op 22 februari 2018 bij beschikking beslist dat belanghebbende geen recht heeft op een dwangsom omdat de Inspecteur binnen twee weken na ontvangst van de ingebrekestelling uitspraak op bezwaar heeft gedaan.

2.12

Met dagtekening 7 maart 2018 heeft belanghebbende van de Inspecteur een brief ontvangen voor het jaar 2015 met het opschrift “uitspraak op bezwaar” waarin een cijfermatige uitwerking van de eerdere brief van 19 februari 2018 is opgenomen. In de brief heeft de Inspecteur eveneens een rechtsmiddelverwijzing vermeld.

2.13

De Inspecteur heeft het bezwaar tegen de dwangsombeschikking op 3 april 2018 bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

3 Geschil

In geschil is of belanghebbende recht heeft op een dwangsom vanwege het niet tijdig beslissen op de bezwaarschriften tegen de aanslagen IB/PVV 2015 en 2016. Verder is in geschil of en tot welk bedrag belanghebbende recht heeft op aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten en giften. Voor wat betreft de specifieke zorgkosten heeft belanghebbende zijn grieven over de dieetkosten (2015) en kosten voor kleding en beddengoed (2015), alsmede de vervoerskosten (2016) in beroep laten varen. Daarnaast is nog in geschil of de Inspecteur het zorgvuldigheidsbeginsel of enig ander beginsel van behoorlijk bestuur heeft geschonden en of belanghebbende recht heeft op vergoeding van immateriële schade. De Inspecteur heeft zijn standpunt over interne compensatie laten varen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing