Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2285, 19/01075
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2285, 19/01075
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 maart 2020
- Datum publicatie
- 20 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:2285
- Zaaknummer
- 19/01075
Inhoudsindicatie
Forensenbelasting terecht opgelegd, aangezien toeristenbelasting niet feitelijk geheven. Anticumulatiebepaling niet van toepassing.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 19/01075
uitspraakdatum: 16 maart 2020
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 16 juli 2019, nummer LEE 19/96, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van de gemeente Midden-Drenthe (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft aan belanghebbende voor het jaar 2018 een aanslag in de forensenbelasting opgelegd.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft verweer gevoerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 februari 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van een gemeubileerde vakantiewoning met ondergrond aan de [a-straat 1] te [A] (de woning). De woning ligt op een bungalowpark. Belanghebbende heeft geen hoofdverblijf in de gemeente Midden-Drenthe. De woning wordt niet verhuurd. Belanghebbende hield de woning in 2018 op meer dan 90 dagen beschikbaar voor zich en zijn gezinsleden. Hij betaalt een zogeheten parkbijdrage. Door de heffingsambtenaar is van belanghebbende voor het belastingjaar 2018 voor het houden van verblijf met overnachting in de woning geen toeristenbelasting geheven.
3 Geschil
In geschil is of de in de Verordening op de heffing en de invordering van een forensenbelasting 2018 van de gemeente Midden-Drenthe (hierna: de Verordening) opgenomen vrijstelling voor gevallen waarin ter zake van het verblijf ook toeristenbelasting wordt geheven in het onderhavige geval van toepassing is, welke vraag door belanghebbende bevestigend en door de heffingsambtenaar ontkennend wordt beantwoord.
Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat in de door hem betaalde parkbijdrage een vergoeding is begrepen om daar te mogen verblijven, dat daarom is voldaan aan het belastbare feit voor de heffing van toeristenbelasting en dat op die grond de vrijstelling voor de forensenbelasting van toepassing is. Subsidiair voert hij aan dat sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijk bestuur, aangezien aan gebruikers van chalets en stacaravans, staande en gelegen op gehuurde grond in een ander recreatiepark in de gemeente Midden-Drenthe geen aanslagen in de forensenbelasting, maar aanslagen in de toeristenbelasting worden opgelegd.
De heffingsambtenaar heeft de standpunten van belanghebbende gemotiveerd betwist.