Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2286, 19/00015
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-03-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2286, 19/00015
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 maart 2020
- Datum publicatie
- 20 maart 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:2286
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1295, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 19/00015
Inhoudsindicatie
BPM: Formele grieven na vernietiging van de naheffingsaanslag slagen niet.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 19/00015
uitspraakdatum: 16 maart 2020
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 27 november 2018, nummer LEE 18/871, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is met dagtekening 13 oktober 2015 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (hierna: bpm) opgelegd.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard en de naheffingsaanslag vernietigd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de Inspecteur veroordeeld tot betaling van immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 1.500, de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht ad € 170 aan belanghebbende te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 251.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweer gevoerd.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 februari 2020. De gemachtigde van belanghebbende heeft, na voor de behandeling ter zitting te zijn uitgenodigd, aan het Hof bij nader ingezonden stuk laten weten dat hij niet zou verschijnen. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Op 3 maart 2015 heeft belanghebbende aangifte gedaan voor de bpm voor het motorrijtuig van het merk Fiat type Ducato 35 2.3 MJ L3H2 (Carpon) met Voertuig Identificatie Nummer [00000] . Hij heeft op deze aangifte een bedrag van € 4.176 aan bpm aangegeven en dat bedrag op 4 maart 2015 betaald.
Met dagtekening 13 oktober 2015 is aan belanghebbende een naheffingsaanslag in de bpm opgelegd.
Belanghebbende heeft bij brief van 3 november 2015, door de Inspecteur ontvangen op 9 november 2015, bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslag.
Bij ontvangstbevestiging van 16 november 2015 is uitstel van betaling verleend.
In zijn uitspraak op bezwaar van 31 januari 2018 heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag vernietigd en een vergoeding van proceskosten toegekend van € 249.
De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de Inspecteur veroordeeld tot betaling van immateriële schadevergoeding tot een bedrag van € 1.500, de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht ad € 170 aan belanghebbende te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 251.
3 Geschil
In geschil is of: i) te dezen sprake is van schending van de hoorplicht, ii) belanghebbende recht heeft op toekenning van een bedrag aan materiële en immateriële schadevergoeding, iii) belanghebbende recht heeft op rente over de nageheven belasting en het griffierecht, en iv) belanghebbende recht heeft op vergoeding van de werkelijke proceskosten.