Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-05-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4172, 19/00202
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-05-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:4172, 19/00202
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26 mei 2020
- Datum publicatie
- 5 juni 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:4172
- Zaaknummer
- 19/00202
Inhoudsindicatie
BPM. Tariefwijziging. Toepassing historisch tarief?
Uitspraak
Locatie Arnhem
Nummer 19/00202
uitspraakdatum: 26 mei 2020
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
V.O.F. [X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 9 januari 2019, nummer AWB 17/5468 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft ter zake van een personenauto van het merk en type Fiat Sedici 1.6 – 16V Emotion (hierna: de auto) belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) van belanghebbende nageheven. Hiertegen heeft belanghebbende vergeefs bezwaar gemaakt.
Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het Hof heeft partijen bij brief van 23 april 2020 gevraagd of zij ter zitting willen worden gehoord. Partijen hebben daarop niet gereageerd. Het Hof heeft vervolgens bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft op 23 juni 2014 aangifte voor de BPM gedaan voor de onderhavige, uit een andere lidstaat van de Europese Unie afkomstige, gebruikte auto. De auto is op 29 november 2014 in het Nederlandse kentekenregister op naam geregistreerd.
De auto is in een andere lidstaat van de Europese Unie op 17 januari 2013 voor het eerst toegelaten op de weg.
Ter zake van de registratie van de auto in het Nederlandse kentekenregister heeft de Inspecteur BPM van belanghebbende nageheven. De Rechtbank heeft deze naheffing verminderd tot € 948. De aanspraak van belanghebbende op toepassing van het tarief aan BPM van 2012 heeft de Rechtbank echter, gelijk de Inspecteur bepleitte, niet gehonoreerd. De totale naheffingsaanslag is door de Rechtbank verminderd tot € 6.469.
3 Het geschil
In geschil is of belanghebbende voor de auto met een beroep op artikel 110 VWEU in verbinding met artikel 16a van de Wet op de belastingen van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet) een lager tarief aan BPM mag toepassen dan dat van 2014, te weten het tarief dat gold in de periode van 1 augustus 2012 tot en met 31 december 2012. Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend.