Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-07-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:5637, 19/00459
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21-07-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:5637, 19/00459
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 21 juli 2020
- Datum publicatie
- 31 juli 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:5637
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:398
- Zaaknummer
- 19/00459
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Specifieke zorgkosten. Dieetkosten. Vervoerskosten.
Uitspraak
Locatie Arnhem
Nummer 19/00459
Uitspraakdatum:
Uitspraak van de vijfde meervoudige Belastingkamer
op het hoger beroep van
de heer [X] te [Z],
(hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 maart 2019, nummer AWB 18/4582, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het jaar 2015 de aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: de aanslag) opgelegd. Daarbij is belastingrente in rekening gebracht. Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar gegrond verklaard en de aanslag en de belastingrente verminderd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het Hof heeft partijen bij aangetekend verzonden brief van 12 mei 2020 op de hoogte gesteld van het voornemen van het Hof zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen. Partijen zijn in die brief gewezen op het recht ter zitting te worden gehoord. Voorts is daarin meegedeeld dat als partijen niet binnen twee weken op die brief reageren, het Hof ervan zal uitgaan dat partijen geen onderzoek ter zitting wensen. Uit informatie van PostNL is gebleken dat de hiervoor bedoelde brief aan elk van de partijen op het van hen bij het Hof bekende adres is uitgereikt. Geen van de partijen heeft het Hof verzocht om een zitting.
Het Hof heeft vervolgens, gelet op het bepaalde in artikel 8:57 Algemene wet bestuursrecht, beslist dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is in 2015 gehuwd. Op zijn verzoek is op 15 september 2015 een voorlopige teruggaaf IB/PVV 2015 verleend.
Belanghebbende en zijn echtgenote hebben gezamenlijk de aangifte IB/PVV over het jaar 2015 (hierna: de aangifte) ingediend. Daarin hebben zij een bedrag van € 5.775 aan specifieke zorgkosten aangegeven. Belanghebbende heeft daarvan € 2.775 voor zichzelf in aftrek gebracht en de rest bij zijn echtgenote.
De behandeling van de aangifte heeft de Inspecteur aanleiding gegeven belanghebbende op 2 mei 2017 een vragenbrief te sturen waarin hem is gevraagd informatie en bewijsstukken te verstrekken ter zake van de in aftrek gebrachte specifieke zorgkosten. De door belanghebbende verstrekte informatie en daarbij gevoegde bewijsstukken heeft de Inspecteur op 24 mei 2017 ontvangen.
In de brief van 6 juni 2017 heeft de Inspecteur belanghebbende geïnformeerd over zijn voornemen de aanslag vast te stellen in afwijking van de aangifte, in die zin dat geen aftrek van specifieke zorgkosten wordt verleend en gelegenheid gegeven voor 20 juni 2017 te reageren. Belanghebbende heeft bij brief van 14 juni 2017, bij de Inspecteur binnengekomen op 19 juni 2017, gereageerd en verwezen naar de reeds verstrekte informatie en bewijsstukken. Met dagtekening 7 juli 2017 is de aanslag opgelegd, waarbij de aftrek van de specifieke zorgkosten is gecorrigeerd. Daartegen heeft belanghebbende tijdig bezwaar gemaakt.
Bij zijn uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de door belanghebbenden aangegeven aftrek voor speciale zorgkosten deels verleend. De specificatie is als volgt:
Omschrijving kosten |
Aangifte |
Na bezwaar |
Kosten medicijnen |
€ 24 |
€ 0 |
Uitgaven voor hulpmiddelen |
€ 20 |
€ 20 |
Uitgaven voor vervoer i.v.m. ziekte of invaliditeit |
€ 3.500 |
€ 263 |
Dieetkosten |
€ 2.050 |
€ 0 |
Extra uitgaven voor kleding en beddengoed |
€ 620 |
€ 620 |
Genees- en heelkundige hulp |
€ 75 |
€ 0 |
Reiskosten ziekenbezoek |
€ 169 |
€ 0 |
Verhoging specifieke zorgkosten |
€ 0 |
€ 362 |
Totale uitgaven |
€ 6.458 |
€ 1.322 |
Af: drempel |
€ 683 |
€ 683 |
Totaal aftrekbare bedrag |
€ 5.775 |
€ 639 |
Af: de echtgenote van belanghebbende |
€ 3.000 |
€ 0 |
Aftrek belanghebbende |
€ 2.775 |
€ 639 |
Aan belanghebbende is de aanslag opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 20.570. Bij uitspraak op bezwaar is de aanslag verminderd naar een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 19.931.
3 Geschil
In geschil is of de Inspecteur terecht de aftrek van specifieke zorgkosten betreffende dieetkosten en uitgaven vervoer in verband met ziekte of invaliditeit heeft gecorrigeerd.