Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-07-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:5718, 18/00831

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 28-07-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:5718, 18/00831

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
28 juli 2020
Datum publicatie
7 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:5718
Zaaknummer
18/00831

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling vrijstaande agrarische bedrijfswoning met twee werktuigenbergingen (paardenstallen).

Uitspraak

Locatie Arnhem

nummer 18/00831

uitspraakdatum: 28 juli 2020

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de heffingsambtenaar van het gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn te Zwolle (hierna: de heffingsambtenaar)

en het incidentele hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 27 juli 2018, nummer AWB 18/529, in het geding tussen belanghebbende en de heffingsambtenaar

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft ten aanzien van belanghebbende op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 77 te [A] per waardepeildatum 1 januari 2016 voor het jaar 2017 vastgesteld op € 569.000. Tegelijk met deze beschikking is door de heffingsambtenaar aan belanghebbende (onder meer) een aanslag in de onroerendezaakbelasting 2017 opgelegd.

1.2.

Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de heffingsambtenaar bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de vastgestelde waarde en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard.

1.4.

De heffingsambtenaar heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld en belanghebbende incidenteel hoger beroep.

1.5.

Het eerste onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 15 augustus 2019 te Arnhem. Daarbij zijn verschenen en gehoord: [B] en [C] (taxateur) namens de heffingsambtenaar, alsmede [D] als de gemachtigde van belanghebbende. Het Hof heeft het onderzoek ter zitting geschorst en bepaald dat het vooronderzoek wordt hervat. In dat kader hebben partijen nadere stukken ingediend.

1.6.

Het tweede onderzoek ter (digitale) zitting heeft plaatsgevonden op 2 juli 2020. Aldaar zijn de in 1.5 genoemde personen verschenen en gehoord.

1.7.

Van beide zittingen is een proces-verbaal opgemaakt. Afschriften hiervan zijn aan deze uitspraak gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van de onderhavige onroerende zaak, plaatselijk bekend als [a-straat] 77 te [A] . De onroerende zaak is een in 2014 gebouwde vrijstaande agrarische bedrijfswoning met twee werktuigenbergingen (paardenstallen). De perceeloppervlakte bedraagt (in ieder geval) 23.095 m2 en de inhoud van de woning beloopt 751 m3. Op het perceel worden door belanghebbende fokpaarden gehouden.

2.2.

De heffingsambtenaar heeft de WOZ-waarde van de onderhavige woning voor het jaar 2017, per waardepeildatum 1 januari 2016, vastgesteld op € 569.000. Daartegen heeft belanghebbende vergeefs bewaar aangetekend.

2.3.

In beroep heeft belanghebbende een WOZ-waarde van € 425.000 bepleit. De heffingsambtenaar heeft in beroep een op 28 juni 2018 door taxateur [C] opgemaakt taxatierapport overgelegd, waarin een waarde (bij agrarische bestemming) aan de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2016 is toegekend van € 570.000. In dit rapport is onder meer het volgende vermeld:

[a-straat] 77

[b-straat] 2

[c-straat] 88

[d-straat] 7

Bouwjaar

2014

2002

2002

2000

ligging

2

3

3

3

Woonoppervlak m2

751

1324

694

732

Waarde per m2

€ 421

€ 285

€ 305

€ 355

Kaveloppervlak m2

23095

748

1575

1021

Waarde per m2

€ 8,5

€ 125

€ 84

€ 111

Waarde woondeel

€ 316171

€ 377340

€ 211670

€ 259860

Werktuigberging (2007)

€ 33600

Werktuigberging (2014)

€ 24300

Aanbouw

€ 20520

€ 13725

Garage

€ 0

€ 33000

€ 14400

Berging

€ 5400

€ 7800

€ 7800

Tuinhuisje

€ 500

Grond

€ 196308

€ 93500

€ 132300

€ 113331

Koopsom

€ 505.000

€ 407500

€ 430000

Datum

15-7-2016

9-10-2016

18-10-2017

Waarde WPD

€ 497000

€ 398000

€ 395000

Naam landbouwgebied

Weidegebied Overijssel

Soort erf

0

401

1001

4501

7501

400

1000

4500

7500

>7501

Met woning

€ 96,00

€ 17,00

€ 13,75

€ 7,75

€ 4,90

Zonder woning

€ 39,50

€ 17,00

€ 13,75

€ 7,75

€ 4,90

Woning

Staffel/m2

Prijs/m2

Prijs/staffel

400

€ 96,00

€ 38.400

600

€ 17,00

€ 10.200

3500

€ 13,75

€ 48.125

3000

€ 7,75

€ 23.250

15595

€ 7,75

€ 23.250

23095

€ 8,50

€ 76.416

Grondprijs € 8,50/m2

2.4.

De Rechtbank heeft beide partijen niet erin geslaagd geacht te voldoen aan de op hen rustende bewijslast. Daarom heeft de Rechtbank de gezochte WOZ-waarde in goede justitie vastgesteld, en wel op € 490.000.

2.5.

De heffingsambtenaar heeft daartegen hoger beroep ingesteld. Hij bepleit handhaving van de vastgestelde waarde op € 569.000. Belanghebbende heeft incidenteel hoger beroep aangetekend. Zij bepleit een woz-waarde per waardepeildatum 1 januari 2016 van € 425.000. Daartoe heeft belanghebbende in hoger beroep een “TAXATIE WOZwaarde met agrarische bestemming” overgelegd, opgemaakt door haar gemachtigde, waarin het volgende is vermeld:

TAXATIE WOZwaarde met agrarische bestemming

Opdrachtgever: [X]

Adres: [a-straat] 77 [A]

Object: vrijstaande bedrijfswoning

WOZ waarde € 604.000,00 verlaagd naar € 513.00000 pd. 1-1-2017

Datum: jan-16

WAARDERINGSMETHODE 1:

Lengte Breedte Hoogte Oppervlakte Prijs eenheid Sub-totaal Totaal

M1 m1 m1 m2

I. GROND

Perceel sectie

P. Nr. 832 0,00 0,00 400,00 € 96,00 € 38.400,00

0,00 0,00 600,00 € 17,00 € 10.200,00

0,00 0,00 259,00 € 13,75 € 3.561,25

1259,00 € 52.161,25

II. OPSTALLEN Inhoud

m3

Woonhuis 0,00 751,00 € 421,00 € 316.171,00

Paardenstal

met berging(2007) 193,00 0,00 € 175,00 € 33.775,00

Paardenstal (2014) 96,00 0,00 € 225,00 € 21.600,00

0,00 0,00 € - € -

289,00 751,00 € 371.546,00

€ 371.546,00

€ 371.546,00

TOTAAL WOZWAARDE, VRIJ VAN HUUR EN GEBRUIK € 423.707,25

TOTAAL, AFGEROND € 425.000,00

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de onroerende zaak op de peildatum.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de waarde moet worden vastgesteld op € 425.000. De heffingsambtenaar bepleit daarentegen een waarde van € 569.000.

4 Beoordeling van het geschil

5 Beslissing