Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-08-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6616, 18/01254

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 25-08-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:6616, 18/01254

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
25 augustus 2020
Datum publicatie
28 augustus 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:6616
Formele relaties
Zaaknummer
18/01254

Inhoudsindicatie

Werkzaamheden voor D behoren niet tot ondernemingsactiviteiten van managementonderneming; niet voldaan aan urencriterium.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 18/01254

uitspraakdatum: 25 augustus 2020

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 november 2018, nummer LEE 18/1472, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Almere (hierna: de Inspecteur).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2014 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 72.013. Aan belastingrente is daarbij een bedrag berekend van € 428.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de bestreden belastingaanslag en beschikking gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 22 november 2018 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze plaatsgevonden op 30 juni 2020 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door [B] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Belanghebbende verricht sinds januari 2011 werkzaamheden onder de naam " [C] ". In het jaar 2014 heeft belanghebbende onder deze naam voor drie klanten algemene advieswerkzaamheden, bestaande uit adviezen voor in het bijzonder startende ondernemers, en administratieve werkzaamheden verricht. Deze administratieve werkzaamheden bestonden onder andere uit het verzorgen van aangiften in de omzetbelasting en de inkomstenbelasting.

2.2

In het jaar 2014 heeft belanghebbende tevens werkzaamheden verricht voor de [D] gevestigd te [E] . De [D] wordt gedreven voor rekening en risico van [F] . De [D] koopt gebruikt modelspoorbaanmaterieel in en verkoopt dat via een online veilingsite (Catawiki). De werkzaamheden van belanghebbende bestonden erin dat belanghebbende het door [F] ingekochte modelspoorwegmaterieel ophaalde uit [E] , het desbetreffende modelspoorbaanmaterieel verkavelde in verschillende los verkoopbare kavels, de onderdelen van deze kavels fotografeerde, voorzag van een technische beschrijving en op basis daarvan advertenties plaatste op de veilingsite, waarna hij de verkochte kavels naar een centraal verzendpunt bracht.

2.3

De eerdere mondelinge afspraken tussen belanghebbende en de [D] zijn, volgens belanghebbende, op schrift gesteld in een e-mailbericht van 11 februari 2018. Dit bericht luidt, voor zover hier van belang:

"[X] neemt in zijn hoedanigheid als ZZPer en eigenaar van [C] gevestigd te [Z] , zelfstandig de volgende taken van [F] eigenaar van de [D] gevestigd in [E] over.

[X] haalt de door [F] opgekochte partijen spoorwegmaterieel in [E] op (Mega grote partijen brengt [F] met de bestelbus).

[X] verkavelt de door [F] aangekochte spullen geheel zelfstandig (zonder inbreng of aanwijzingen van [F] ) bij [X] thuis op het adres [a-straat 1] te [Z] .

[X] zet bij elke kavel een passende technische beschrijving.

[X] laadt de gefotografeerde items samen met de bijbehorende tekst (geheel zelfstandig) als [D] advertentie op de website van Catawiki.

[X] breng de gekavelde en verkochte partijen weer terug naar het centrale verzendpunt.

[X] wordt per (kavel) advertentie betaald en als de kavel zodanig slecht is opgevoerd dat hij niet verkocht is krijgt [X] daar geen geld voor.

[X] brengt de verkochte kavels samen met de door hem gemaakte autokosten plus heen en weerrijuren met BTW in rekening via een factuur.

Voor zover [F] tijd heeft blijft hij bij groot aanbod deze werkzaamheden ook zelf nog uitvoeren.

Deze overeenkomst geldt tot wederopzegging door één van de partijen voornoemd".

2.4

Belanghebbende heeft in het jaar 2014 in totaal 743 advertenties/kavels verzorgd. Belanghebbende kreeg per geplaatste advertentie van een kavel een bedrag van € 3,75, maar uitsluitend als de desbetreffende kavel op de veilingsite werd verkocht. Voor het ophalen en wegbrengen van de kavels en overige werkzaamheden kreeg belanghebbende een vergoeding van € 15 per uur. Belanghebbende heeft met zijn werkzaamheden voor de [D] in 2014 een totale omzet van € 3.326 behaald.

2.5

Belanghebbende heeft zijn werkzaamheden voor de [D] gefactureerd onder de naam van [C] . Belanghebbende hield één administratie bij voor de hiervoor - onder 2.1 - genoemde advies- en administratiewerkzaamheden en zijn werkzaamheden voor de [D] . Hij gebruikte voor laatstbedoelde werkzaamheden tevens het omzetbelastingnummer van zijn activiteiten als [C] .

2.6

In het onderhavige jaar heeft belanghebbende volgens zijn urenstaten in totaal 1337,5 uren besteed aan de advies- en administratiewerkzaamheden en de werkzaamheden voor de [D] tezamen. Hiervan heeft belanghebbende 225,5 uur besteed aan de advies- en administratiewerkzaamheden. Van de 1112 uren die belanghebbende volgens zijn urenstaten heeft besteed aan zijn werkzaamheden voor de [D] heeft hij 927 uren besteed aan oefenen, verkavelen en fotograferen. De overige uren zijn volgens belanghebbendes overzichten voornamelijk besteed aan het voeren van de administratie voor deze werkzaamheden.

2.7

Belanghebbende heeft zijn werkzaamheden voor de [D] eind 2016 beëindigd.

2.8

Belanghebbende heeft voor het jaar 2014 aangifte in de IB/PVV gedaan naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.926. Belanghebbende heeft daarbij zowel het resultaat behaald uit de advies- en administratiewerkzaamheden als het resultaat behaald uit de werkzaamheden voor de [D] aangegeven als belastbare winst uit zijn onderneming [C] .

2.9

Naar aanleiding van de door belanghebbende ingediende aangifte heeft de Inspecteur belanghebbende verzocht nadere informatie te verstrekken over de inkomsten uit zijn onderneming. Na ontvangst van deze informatie heeft de Inspecteur met dagtekening 7 december 2017 de aanslag in de IB/PVV voor 2014 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 72.013. Daarbij heeft hij het resultaat uit belanghebbendes werkzaamheden voor de [D] aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden en de door belanghebbende geclaimde zelfstandigen- en startersaftrek ten bedrage van respectievelijk € 7.280 en € 2.123 gecorrigeerd.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of belanghebbendes werkzaamheden voor de [D] zijn aan te merken als het drijven van een onderneming, en of, zo het antwoord op de vraag bevestigend luidt, belanghebbende in het jaar 2014 heeft voldaan aan het urencriterium van artikel 3.6 van de Wet IB 2001 en daarmee recht heeft op de zelfstandigen- en startersaftrek.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de bestreden aanslag tot een opgelegd overeenkomstig de door hem ingediende aangifte en dienovereenkomstige vermindering van de bestreden beschikking belastingrente.

3.3

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vragen ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

3.5

Tussen partijen is niet in geschil dat de hiervoor - onder 2.1 - omschreven advies- en administratiewerkzaamheden een onderneming vormen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing