Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7360, 19/01184

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7360, 19/01184

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 september 2020
Datum publicatie
25 september 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:7360
Formele relaties
Zaaknummer
19/01184

Inhoudsindicatie

OB. Levering bouwperceel. Verschuldigdheid omzetbelasting. Heeft belanghebbende bij de levering van het bouwperceel gehandeld als belastingplichtige voor de omzetbelasting?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/01184

uitspraakdatum: 15 september 2020

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 8 augustus 2019, nummer AWB 18/5387, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft over het eerste kwartaal van 2018 omzetbelasting op aangifte voldaan.

1.2.

De Inspecteur heeft het bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 1 september 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende exploiteert tot 2004 in de vorm van een eenmanszaak een snijbloemenkwekerij bij de echtelijke woning. De aan belanghebbende en zijn echtgenote toebehorende grond beslaat 41.00 hectare, verdeeld over twee kadastrale percelen, waarvan 33.50 hectare is bebouwd met kassen. Belanghebbende rekent voor de inkomstenbelasting het kadastrale perceel met de kassen (hierna: het kwekerijperceel) tot zijn ondernemingsvermogen.

2.2.

Van 2005 werkt belanghebbende zelfstandig als kwaliteitscontroleur bij een veiling. Voor deze werkzaamheden is belanghebbende als ondernemer voor de omzetbelasting geregistreerd. Belanghebbende gebruikt de kassen in deze periode voor hobbymatige activiteiten, samen met zijn kinderen. In 2006 en 2009 verkoopt belanghebbende roerende zaken die in de snijbloemenkwekerij zijn gebruikt. Over deze verkopen voldoet belanghebbende omzetbelasting.

2.3.

Op 17 januari 2005 verzoekt belanghebbende de gemeente [Z] het bestemmingsplan te wijzigen, zodat woningbouw op het kwekerijperceel mogelijk wordt. De gemeente wijst het verzoek in juli 2008 af.

2.4.

Op 4 oktober 2008 verzoekt belanghebbende de gemeente opnieuw het bestemmingsplan te wijzigen.

2.5.

Belanghebbende geeft opdracht voor een planschaderisicoanalyse en een verkennend bodemonderzoek. De bevindingen van de onderzoekers worden vastgelegd op 17 mei 2012 en 20 september 2012. Na overleg met deskundigen ziet belanghebbende af van archeologisch onderzoek. Belanghebbende boekt de hiervoor gemaakte kosten (€ 7.114) zakelijk en brengt de in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek.

2.6.

Op 23 september 2012 richt belanghebbende een derde verzoek aan de gemeente.

2.7.

In 2013 besluit de gemeente mee te werken aan wijziging van het bestemmingsplan om de bouw van twee woningen op het kwekerijperceel mogelijk te maken.

2.8.

In 2014 stopt belanghebbende met zijn werk als kwaliteitscontroleur. Hij doet in 2014 aangifte omzetbelasting en brengt kleine bedragen aan voorbelasting in aftrek. Dat is met name de omzetbelasting op accountantskosten.

2.9.

Belanghebbende zet in 2015 twee bouwpercelen gelegen op het kwekerijperceel (hierna: de bouwpercelen) te koop en laat de kassen slopen.

2.10.

De bouwpercelen worden beide verkocht. Op 12 februari 2018 wordt één van de bouwpercelen geleverd. In 2019 wordt het tweede bouwperceel geleverd.

2.11.

Belanghebbende voert vooroverleg met de Inspecteur over de vraag of omzetbelasting is verschuldigd over de levering van de twee bouwpercelen. Naar aanleiding van het overleg voldoet belanghebbende omzetbelasting over de levering op 12 februari 2018. Op de afrekennota van de notaris staat omzetbelasting vermeld.

2.12.

Belanghebbende geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting 2017 met een beroep op de foutenleer alsnog een staking van zijn eenmanszaak aan per 2004.

3 Geschil

In geschil is of belanghebbende bij de levering van het bouwperceel op 12 februari 2018 heeft gehandeld als belastingplichtige voor de omzetbelasting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing