Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7491, 18/00589 t/m 18/00596

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-09-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:7491, 18/00589 t/m 18/00596

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 september 2020
Datum publicatie
2 oktober 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:7491
Zaaknummer
18/00589 t/m 18/00596

Inhoudsindicatie

BPM. Immateriële schadevergoeding. Proceskostenvergoeding.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 18/00589 tot en met 18/00596

uitspraakdatum: 22 september 2020

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 juni 2018, nummers AWB 17/3088, 17/3091, 17/3094, 17/3096 tot en met 17/3099 en 17/3178, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Doetinchem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoeningen van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) voor zeven auto’s (auto 1 tot en met 7), en bezwaar gemaakt tegen een naheffingsaanslag BPM voor een achtste auto (auto 8).

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren gegrond verklaard. De Inspecteur heeft de voor auto 1 tot en met 7 verschuldigde BPM verminderd en de naheffingsaanslag voor auto 8 vernietigd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep voor auto’s 1 tot en met 6 en auto 8 ongegrond verklaard en het beroep voor auto 7 gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur voor auto 7 vernietigd en de BPM voor auto 7 vastgesteld. Voorts heeft de Rechtbank een vergoeding toegekend wegens geleden immateriële schade, een proceskostenvergoeding toegekend en de Inspecteur gelast het betaalde griffierecht te vergoeden.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het Hof heeft bij tussenuitspraak van 20 maart 2020 de gemachtigde van belanghebbende geweigerd en belanghebbende bij brief van dezelfde datum in de gelegenheid gesteld binnen vier weken een nieuwe gemachtigde aan te stellen. Een afschrift van de tussenuitspraak is aan de brief gehecht. Belanghebbende heeft op deze brief niet gereageerd.

1.6.

Het Hof heeft partijen gevraagd of zij ter zitting willen worden gehoord. Partijen hebben binnen de gestelde termijn van twee weken daarop niet gereageerd. Het Hof heeft vervolgens bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

2 Vaststaande feiten

Belanghebbende heeft voor auto 1 tot en met 8 BPM op aangifte voldaan. De Inspecteur heeft voor auto 8 een naheffingsaanslag opgelegd.

3 Geschil

In geschil zijn de immateriële schadevergoeding en de proceskostenvergoeding die de Rechtbank heeft toegekend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing