Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9071, 19/01369

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 03-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9071, 19/01369

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
3 november 2020
Datum publicatie
13 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:9071
Zaaknummer
19/01369

Inhoudsindicatie

MRB. Gebruik auto met buitenlands kenteken. Is voldaan aan het criterium feitelijk ter beschikking hebben?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/01369

uitspraakdatum: 3 november 2020

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 19 september 2019, nummer AWB 19/1828, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratieve Processen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 11 februari 2016 tot en met 20 juli 2018 een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting opgelegd. Daarbij is tevens een verzuimboete van 100% opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Belanghebbende heeft het Hof verzocht om de zaak buiten zitting af te doen, onder voorwaarde dat een schriftelijke reactie op het verweerschrift mocht worden ingediend. Na een extra schriftelijke ronde heeft het Hof partijen verzocht aan te geven of een zitting gewenst was. Partijen hebben binnen de daartoe gegeven termijn niet gereageerd. Het Hof heeft vervolgens bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende staat sinds 19 juni 1997 ingeschreven in de Basisregistratie Personen (hierna: BRP).

2.2.

Belanghebbende is in het bezit van een rijbewijs dat op 19 augustus 2016 is afgegeven.

2.3.

Sinds 26 september 2016 staan achtereenvolgens en met onderbrekingen diverse personenauto’s op naam van belanghebbende geregistreerd.

2.4.

Op 21 juli 2018 wordt belanghebbende achter het stuur aangetroffen van een Volkswagen Golf met een Duits kenteken (hierna: de auto). Het betreft een exclusieve en dure versie met een motorvermogen van 370 PK en een topsnelheid van 265 km/u. Het Duitse kenteken van de auto staat op naam van [A] , een in Duitsland woonachtige neef van belanghebbende. In de auto zat ook [B] , een andere, in Nederland woonachtige neef van belanghebbende. In het formulier Melding Controle Autoheffingen staat onder meer [Hof: “ [B] ” is [B] en “ [A] ” is [A] ]:

“ [B] verklaarde dat hij het voertuig had gekocht van zijn neef [A] . Toen [B] [Hof: de openstaande boeten van € 981] betaalde had hij een dik pak geld van briefjes van 50 bij zich. Geschat 3000 euro.”

2.5.

Belanghebbende zit tijdens het tijdvak van naheffing twee perioden in detentie.

3 Geschil

In geschil is of de naheffingsaanslag en de verzuimboete terecht zijn opgelegd. Niet in geschil is dat de naheffingsaanslag en de verzuimboete beide tenminste tot € 1.366 dienen te worden verminderd.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing