Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9543, 19/00424

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9543, 19/00424

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 november 2020
Datum publicatie
27 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:9543
Zaaknummer
19/00424

Inhoudsindicatie

BPM. Invoer auto. Nieuw of gebruikt?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/00424

uitspraakdatum: 17 november 2020

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Emmen (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 27 februari 2019, nummer AWB 18/1934, in het geding tussen de Inspecteur en

[X] , te [Z] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd.

1.4.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze (via beeldbellen) plaatsgevonden op 1 oktober 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 22 juli 2017 in Duitsland een auto, een Volvo XC60 (hierna: de auto) gekocht. De datum eerste toelating is 28 december 2016. Ultimo 2016 is een nieuw model Volvo XC60 gepresenteerd. De auto betreft een 'oud' model 2016, dat niet meer wordt gemaakt. De aankoopnota is gedateerd op 25 juli 2017 en staat op naam van de partner van belanghebbende. De aankoopnota vermeldt een kilometerstand van 7 en dat het om een 'Gebrauchtwagen' gaat. De aankoopprijs bedraagt € 37.980, inclusief € 6.064 Mehrwertsteuer.

2.2.

De auto is op 8 september 2017 aan belanghebbende geleverd.

2.3.

Eveneens op 8 september 2017 heeft belanghebbende aangifte ter registratie van de auto gedaan. Hierbij heeft belanghebbende gebruikgemaakt van de wettelijke forfaitaire afschrijvingstabel. De netto catalogusprijs is op € 38.836 gesteld, inclusief € 987 voor metallic lak. In deze aangifte is de afschrijving op 28% berekend en bedraagt de bruto BPM € 8.197 (tarief per 1 januari 2016). Belanghebbende heeft op basis van de aangifte € 5.901 aan verschuldigde BPM voldaan.

2.4.

Bij de keuring door de RDW op 8 september 2017 is vastgesteld dat het voertuig een kilometerstand had van 255.

2.5.

Op 19 september 2017 is voor de auto een Nederlands kentekenbewijs afgegeven.

2.6.

De Inspecteur heeft met dagtekening 12 december 2017 een naheffingsaanslag in de BPM opgelegd van € 2.296, omdat hij van mening is dat er sprake is van een nieuwe auto.

2.7.

De Rechtbank heeft in haar uitspraak van 27 februari 2019 geoordeeld dat de auto niet als nieuw kan worden aangemerkt en daarom de naheffingsaanslag vernietigd.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de auto als een nieuwe of gebruikte personenauto in de zin van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (hierna: wet BPM) dient te worden aangemerkt.

3.2.

Belanghebbende heeft gesteld dat hij de auto in Duitsland heeft gekocht van een 'Vertragshändler" die op een zeer groot parkeerterrein vele auto's - waaronder de onderhavige auto - in weer en wind buiten had staan. De auto - oud model 2016 - stond al vanaf december 2016 op kenteken. Op 22 juli 2016 heeft hij de auto die bij de bezichtiging vuil was vanwege de weersinvloeden gekocht. De uiteindelijke levering heeft op zich laten wachten daar er problemen met het kenteken bleken te zijn. Uiteindelijk heeft hij de auto op 8 september 2017 zelf naar Nederland gereden. De auto heeft twee keer een storing gehad vanwege problemen met de accu en een rubber van een overloopventiel. De oorzaak van deze storingen was volgens de wegenwacht het feit dat de auto gedurende een lange tijd in weer en wind stil heeft gestaan. De auto vertoonde volgens belanghebbende op het moment van de keuring geen gebruikssporen. Belanghebbende komt tot de conclusie dat de auto voor de wet BPM moet worden aangemerkt als een gebuikte personenauto. Belanghebbende meent verder aan het rekenvoorbeeld: 'afschrijving met forfaitaire tabel' op de website van de Belastingdienst vertrouwen te kunnen ontlenen dat dit voorbeeld ook ziet op zijn situatie, te meer omdat een definitie voor het begrip 'nieuw of gebruikt' ontbreekt.

3.3.

De Inspecteur is van mening dat de auto na de vervaardiging niet of nauwelijks is gebruikt en dat het belanghebbende is die de auto voor het eerst duurzaam in gebruik heeft genomen. De auto dient dan ook voor de wet BPM als een nieuwe personenauto te worden aangemerkt. Het ontbreken van een definitie voor nieuw of gebruikt op de website van de Belastingdienst kan volgens de Inspecteur niet leiden tot opgewekt vertrouwen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing