Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9559, 19/01725
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9559, 19/01725
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 november 2020
- Datum publicatie
- 27 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2020:9559
- Zaaknummer
- 19/01725
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Eigenwoningregeling. Ontbinding samenlevingscontract. Niet gekozen voor heel jaar fiscaal partnerschap.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 19/01725
uitspraakdatum: 17 november 2020
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 28 november 2019, nummer AWB 19/3391, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend. Belanghebbende heeft de Inspecteur verzocht de aanslag en de belastingrente ambtshalve te verminderen. De Inspecteur heeft deze verzoeken afgewezen.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar het bezwaar tegen de verzoeken ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 oktober 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft samengewoond met [A] (hierna: [A] ) op het adres [a-straat] 159-rd te [B] (hierna: de woning). Belanghebbende stond tot 29 juli 2016 in de Basisregistratie Personen ingeschreven op dit adres.
Belanghebbende en [A] hebben een notarieel samenlevingscontract gesloten. Zij hebben dit samenlevingscontract per 1 september 2016 ontbonden, nadat zij de samenleving in dat jaar hadden verbroken.
[A] heeft op 1 september 2005 de woning gekocht. Zij heeft de aankoop van de woning gefinancierd met een geldlening en de rente op die geldlening voldaan.
Belanghebbende heeft over het jaar 2016 een verzoek om voorlopige teruggaaf van de IB/PVV gedaan en gekregen. De voorlopige teruggaaf van de Belastingdienst heeft hij aan [A] overgemaakt.
Belanghebbende en [A] hebben ieder afzonderlijk aangifte in de IB/PVV gedaan over het jaar 2016. Belanghebbende heeft in het verzoek aan de Inspecteur om de aanslag ambtshalve te verminderen verzocht om aftrek van de rente die op de geldlening voor de woning verschuldigd was.
3 Geschil
In geschil is of de Inspecteur terecht geen rentekosten voor de eigen woning in aanmerking heeft genomen.
Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend, de Inspecteur beantwoordt deze bevestigend.