Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9563, 20/00476

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-11-2020, ECLI:NL:GHARL:2020:9563, 20/00476

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
17 november 2020
Datum publicatie
27 november 2020
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2020:9563
Zaaknummer
20/00476

Inhoudsindicatie

VPB. Terecht belastingrente in rekening gebracht?

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00476

uitspraakdatum: 17 november 2020

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende),

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 februari 2020, nummer AWB 19/5138, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Venlo (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag vennootschapsbelasting (hierna: vpb) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar tegen de beschikking belastingrente ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft digitaal plaatsgevonden op 1 oktober 2020. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft uitstel gevraagd voor het doen van aangifte vpb. De Inspecteur heeft uitstel verleend tot 1 mei 2019.

2.2.

Op 1 november 2018 heeft belanghebbende aangifte vpb 2016 gedaan. Het betrof een lang eerste boekjaar dat liep van 26 augustus 2016 tot en met 31 december 2017. Zij heeft aangifte gedaan naar een belastbaar bedrag van € 301.075.

2.3.

De Inspecteur heeft met dagtekening 1 december 2018 een voorlopige aanslag vpb 2016 opgelegd overeenkomstig de gedane aangifte. Bij beschikking heeft de Inspecteur een bedrag van € 2.784 aan belastingrente in rekening gebracht, berekend over de periode 1 juli 2018 tot en met 12 januari 2019. Hiertegen heeft belanghebbende bezwaar gemaakt bij brief ontvangen door de Inspecteur op 2 januari 2019.

2.4.

Bij brief ontvangen door de Inspecteur op 1 maart 2019 heeft belanghebbende ingestemd met (verdere) verlenging van de beslistermijn in bezwaar.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de Inspecteur terecht belastingrente in rekening heeft gebracht.

3.2.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, van de uitspraak op bezwaar en van de belastingrentebeschikking.

3.3.

De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing