Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10285, 20/00722 en 20/00723
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 02-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10285, 20/00722 en 20/00723
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 2 november 2021
- Datum publicatie
- 12 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:10285
- Zaaknummer
- 20/00722 en 20/00723
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Bijtelling privé-gebruik auto. Vergrijpboete.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers: 20/00722 en 20/00723
uitspraakdatum: 2 november 2021
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 14 mei 2020, nummers AWB 19/6681 en AWB 19/6682, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Enschede (hierna: de Inspecteur).
1 Ontstaan en loop van het geding
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2013 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 68.871 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 23.838. Tevens is bij beschikking € 1.305 aan belastingrente in rekening gebracht en een vergrijpboete van € 1.745.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2014 een aanslag IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 88.187 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 11.258. Tevens is bij beschikking € 2.325 aan belastingrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar van 15 oktober 2019 de navorderingsaanslagen, de beschikkingen belastingrente en de boetebeschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen tijdig beroep ingesteld. De rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft bij uitspraak van 14 mei 2020 de beroepen gericht tegen de aanslag IB/PVV 2014, alsmede de daarmee samenhangende beschikking belastingrente ongegrond verklaard en de beroepen gericht tegen de navorderingsaanslag IB/PVV 2013, alsmede daarmee samenhangende beschikking belastingrente en de boetebeschikking gegrond verklaard. De navorderingsaanslag IB/PVV 2013 is verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 68.153 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 23.838, de beschikking belastingrente is dienovereenkomstig verminderd en de boetebeschikking is verlaagd tot een bedrag van € 1.486. Verder is de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.047 en tot vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 47.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraak hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 27 mei 2021 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen en gehoord namens de Inspecteur mr. [naam1] . De gemachtigde van belanghebbende, mr. [naam2] , is met voorafgaande schriftelijke kennisgeving aan het Hof niet ter zitting verschenen. Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende, in de jaren 2013 en 2014 woonachtig in [plaats1] (Duitsland), is directeur grootaandeelhouder van [naam3] BV (hierna: [naam3] BV). [naam3] BV op haar beurt is aandeelhouder van [naam4] BV, [naam5] BV (hierna: [naam 4/5] BV) en [naam6] GmbH (hierna: [naam6] ). [naam 4/5] BV en [naam6] houden zich bezig met de “aan- en verkoop van luxe, exclusieve investment- en sportscars”. Het boekjaar van [naam 4/5] BV loopt van 1 oktober tot en met 30 september.
Op 1 oktober 2013 wordt een Audi A8 (hierna: de auto) intracommunautair geleverd door [naam7] B.V. te [plaats2] aan [naam6] . Op 3 oktober 2013 wordt de auto intracommunautair geleverd van [naam6] naar [naam 4/5] BV in verband met een potentiële koper in Nederland. De auto is vervolgens met kenmerk # [nummer] administratief opgenomen in de handelsvoorraad van [naam 4/5] BV. Op 7 oktober 2013 wordt het (Duitse) kenteken van de auto op naam van belanghebbende gezet omdat de potentiële koper in Nederland was afgehaakt. De auto staat vanaf die datum tot en met 31 december 2014 aan belanghebbende ter beschikking.
Belanghebbende heeft op 29 april 2015 de aangifte IB/PVV 2013 ingediend.
Op 16 mei 2016 is de auto verkocht aan [naam8] B.V.. Op de factuur is aan de koper omzetbelasting berekend.
Op 20 februari 2017 wordt een boekenonderzoek aangekondigd. Het onderzoek richt zich op de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting over het jaar 2012 tot en met 2014 en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Op 13 maart 2017 is het boekenonderzoek gestart.
Op 8 juni 2017 is bij [naam 4/5] BV vanuit het memoriaal een boeking in het grootboek gemaakt per 30 september 2016 met omschrijving “Vjp kst”, waarbij een bedrag van € 18.098,26 door [naam 4/5] BV is doorbelast aan belanghebbende. De berekening van dit doorbelaste bedrag luidt:
“Bij vk A8 kst doorbelast aan IvD
03-10-13 aanschaf 63.547,60
06-11-13 velgen en banden 3.259,66
66.807,26
te berekenen btw 14.029,52
aanschaf inclusief btw 80.836,78
18-05-16 verkoop 42.975,21
te berekenen btw 9.024,79
verkoop inclusief btw 52.000,00
verlies op verkoop -28.836,78
Totale periode 958 dg
Gebruik IvD 456 dg
Afwaardering 456 dg 13.726,07
Rente 2,15 % 2.173,85
15.899,92
Kosten periode 1-10-13 tm 31-12-14
spuiten/onderhoud 1.816,81
te berekenen btw 381,53
schadeherstel incl btw 4.053,50
05-08-14 reeds doorbelast - 4.053,30
te berekenen kosten 18.098,26”
Verder is daarbij nog vermeld:
“Kosten doorbelast via rekening courant.
18-10-13 Spuiten Audi A8 # [nummer] 900,00
31-10-13 Onderhoud Audi A8 # [nummer] 474,43
31-03-14 Poetsen Audi A8 # [nummer] 41,00
15-04-14 Kennzeichen # [nummer] 7,75
29-07-14 Avia benzine # [nummer] 103,62
08-10-14 Aral Tankstelle # [nummer] 100,01
26-11-14 Spuitwerk A8 # [nummer] 150,00
01-12-14 banden demonteren Audi # [nummer] 40,00
1.816,81
BTW 21% 381,53
2.198,34”
Het boekenonderzoek heeft geleid tot een rapport van 13 december 2018. In dit rapport is het volgende opgenomen:
“Inzake het privégebruik auto stellen wij vast dat de heer [belanghebbende] de volgende auto's van de Nederlandse vennootschap ter beschikking heeft gehad: - Audi A8 (catalogusprijs € 199.541), ingekocht door BV op 3 oktober 2013. Op 30 september 2015 nog op voorraad bij Nederlandse vennootschap. Men geeft aan dat de heer [belanghebbende] deze personenauto 7-10-2013 t/m 31-12-2014 ter beschikking heeft gehad. Naar onze mening is daarom voor deze auto het autokostenforfait van toepassing.
(…)
Berekening correctie inkomstenbelasting inzake bijtelling privégebruik auto:
2013: Audi A8, € 199.541 * 25% * 3/12 = € 12.471
2014: Audi A8, € 199.541 * 25% = € 49.885”
3 Geschil
In geschil is of terecht een bijtelling voor het privé-gebruik van de auto heeft plaatsgevonden. Belanghebbende voert daartoe aan dat hij in ieder geval de economische eigendom van de auto bezat, zodat geen sprake kan zijn van terbeschikkingstelling van de auto. Met betrekking tot de boete voert belanghebbende aan dat zijn standpunt minstens pleitbaar was, zodat de boete ook om die reden dient te vervallen.