Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10307, 20/01009 t/m 20/01013
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10307, 20/01009 t/m 20/01013
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 november 2021
- Datum publicatie
- 12 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:10307
- Zaaknummer
- 20/01009 t/m 20/01013
Inhoudsindicatie
Loonheffingen. Compromis ter zitting. Hof neemt als bijlage bij uitspraak richtsnoer op voor beslissingen over de proceskostenvergoeding.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers 20/01009 tot en met 20/01013
uitspraakdatum: 11 november 2021
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 oktober 2020, nummers AWB 19/3519 tot en met 19/3523, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Midden- en kleinbedrijf/kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Met dagtekening 7 september 2018 zijn aan belanghebbende over de tijdvakken 2013 tot en met 2017 naheffingsaanslagen in de loonheffingen opgelegd. Bij beschikkingen is daarbij telkens belastingrente berekend en over de jaren 2016 en 2017 is een boete opgelegd.
Daartegen heeft belanghebbende in één geschrift bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken de naheffingsaanslagen en beschikkingen gehandhaafd.
Belanghebbende heeft daartegen in één geschrift beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). Daarvoor is een griffierecht betaald van € 345. De Rechtbank heeft in één geschrift uitspraak gedaan.
Belanghebbende heeft in één geschrift hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank. Daarvoor is een griffierecht betaald van € 532.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 oktober 2021. Daarbij zijn namens belanghebbende verschenen haar directeur [naam1] , haar gemachtigde [naam2] en haar werknemers [naam3] en [naam4] . Namens de Inspecteur zijn verschenen [naam5] en [naam6] .
2 Overwegingen
Partijen zijn ter zitting bij wijze van compromis het volgende overeengekomen:
- -
-
de naheffingsaanslagen worden verminderd tot elk € 8.000,
- -
-
de boetebeschikkingen worden vernietigd,
- -
-
de belastingrentebeschikkingen worden vernietigd,
- -
-
de Inspecteur vergoedt de proceskosten van belanghebbende conform het puntenstelsel van het Besluit proceskosten bestuursrecht, en
- -
-
de Inspecteur vergoedt de door belanghebbende betaalde griffierechten.
Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen. Hieruit vloeit voort dat het hoger beroep gegrond is.
3 Proceskosten
Het Hof stelt de kosten die belanghebbende in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep heeft moeten maken overeenkomstig het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.870 voor de kosten in eerste aanleg (2½ punten (beroepschrift, bijwonen zitting en bijwonen nadere zitting) wegingsfactor 1 € 748) en € 1.496 voor de kosten in hoger beroep (2 punten (hogerberoepschrift en bijwonen zitting) wegingsfactor 1 € 748), ofwel in totaal op € 3.366. Voor toepassing van de samenhangfactor in de zin van onderdeel C2 van voormeld besluit bestaat geen aanleiding omdat voor de toepassing van de proceskostenvergoeding zowel in beroep als hoger beroep sprake is van één zaak. Voor een vergoeding van de kosten van de bezwaarfase bestaat eveneens geen aanleiding, nu niet aan de Inspecteur is te wijten dat de naheffingsaanslagen aanvankelijk tot te hoge bedragen waren vastgesteld.
Het Hof ziet aanleiding om bij de onderhavige uitspraak een richtsnoer op te nemen dat het Hof vanaf heden, evenals de andere gerechtshoven, hanteert voor beslissingen over de (proces)kostenvergoeding. Het richtsnoer is omwille van leesbaarheid als bijlage bij deze uitspraak gevoegd en maakt daarvan onderdeel uit.