Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10726, 20/01091

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-11-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:10726, 20/01091

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
16 november 2021
Datum publicatie
26 november 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:10726
Zaaknummer
20/01091

Inhoudsindicatie

MRB. Schorsing kenteken auto. Gebruik van de weg. Verzuimboete.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/01091

uitspraakdatum: 16 november 2021

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 6 oktober 2020, nummer AWB 20/3286, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is over het tijdvak 22 december 2018 tot en met 4 november 2019 een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting opgelegd ten bedrage van € 1.469. Daarbij is voorts bij beschikking een verzuimboete van € 1.469 aan belanghebbende opgelegd.

1.2.

Het daartegen door belanghebbende gemaakte bezwaar is door de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen die uitspraken op bezwaar beroep ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep ten dele gegrond verklaard.

1.4.

Zowel belanghebbende als de Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgehad op 21 oktober 2021 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen: belanghebbende alsmede mr. [naam1] en mr. drs. [naam2] namens de Inspecteur. De Inspecteur heeft ter zitting het door hem ingestelde hoger beroep ingetrokken.

1.6.

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift hiervan is aan deze uitspraak gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende, die woont in de gemeente [gemeente] , is sinds 22 december 2016 houder van een personenauto van het merk en type Volkswagen Touran 1.9, voorzien van het kenteken [kenteken] (hierna: de auto).

2.2.

Van 1 november 2017 tot en met 31 oktober 2018 en van 5 november 2018 tot en met 4 november 2019 is de geldigheid van het voor de auto afgegeven kentekenbewijs geschorst geweest. De aanvragen tot schorsing zijn door belanghebbende en zijn echtgenote zelf ingediend bij de RDW.

2.3.

De auto stond – voor zover hier van belang – van 5 november 2018 tot en 12 mei 2019 gestald bij derden in [plaats] . Belanghebbende(s echtgenote) heeft de auto blijkens het verstrekte internationaal motorrijtuigenverzekeringsbewijs met ingang van 12 mei 2019 laten verzekeren. Op 14 mei 2019 heeft de auto een APK ondergaan. In de zomer van 2019 is belanghebbende met zijn gezin met de auto naar Marokko gereden.

2.4.

Op 31 oktober 2019 is met behulp van Elektronische Camerabeelden door de Belastingdienst geconstateerd dat met de auto gebruik is gemaakt van de openbare weg ( [locatie] te [woonplaats] ).

2.5.

De Inspecteur heeft naar aanleiding hiervan op de voet van artikel 35 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (hierna: Wet Mrb) de onderhavige naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting ten bedrage van € 1.469 aan belanghebbende opgelegd, berekend over de periode van 22 december 2018 tot en met 4 november 2019. Daarbij is voorts een verzuimboete aan belanghebbende opgelegd van € 1.469, zijnde 100% van de nageheven belasting.

2.6.

De Rechtbank heeft de naheffingsaanslag in stand gelaten maar de boete gematigd tot 70% van de nageheven belasting (€ 1.028,30).

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur terecht de onderhavige naheffingsaanslag over de (volledige) periode van 22 december 2018 tot en met 4 november 2019 aan belanghebbende heeft opgelegd. Voorts houdt partijen verdeeld of de boete moet worden verminderd tot een lager bedrag dan het door de Rechtbank vastgestelde bedrag. Belanghebbende beantwoordt de eerste vraag ontkennend en de tweede vraag bevestigend. De Inspecteur beantwoordt de vragen in tegengestelde zin.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing