Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11527, 21/00505

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14-12-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:11527, 21/00505

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
14 december 2021
Datum publicatie
24 december 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:11527
Formele relaties
Zaaknummer
21/00505

Inhoudsindicatie

Havengeld. Tarief.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 21/00505

uitspraakdatum: 14 december 2021

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 9 maart 2021, nummer UTR 20/1345 in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap Utrecht (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij factuur van 28 januari 2020 heeft de heffingsambtenaar aan belanghebbende een bedrag van € 415 aan havengeld (liggeld recreatie 2020) in rekening gebracht.

1.2.

Het daartegen gerichte bezwaar heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 november 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [naam1] namens de heffingsambtenaar. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van het scheepje [het schip] (hierna: het schip). Het schip is een opduwer, wat inhoudt dat het schip naar bouw en inrichting bestemd is voor het duwen en slepen van andere schepen. Het schip is gebouwd in 1926, beschikt over een één cilinder dieselmotor en heeft een lengte van niet meer dan tien meter.

2.2.

Belanghebbende gebruikt het schip als recreatievaartuig en beschikt sinds 2003 over een ligplaatsvergunning voor het schip. Het betreft een vergunning voor recreatievaartuigen.

2.3.

Op basis van de Verordening op de heffing en invordering van Brug-, schut- en havengelden 2020 gemeente Utrecht (hierna: de Verordening) en de bijbehorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel (hierna: de Tarieventabel) is aan belanghebbende havengeld in rekening gebracht voor de toegekende ligplaatsvergunning voor het kalenderjaar 2020. Daarbij is het tarief voor recreatievaartuigen toegepast.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of het havengeld moet worden berekend naar het tarief voor sleepboten en of het in de Verordening en de Tarieventabel gekozen heffings- en tariefsysteem in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en/of het evenredigheidsbeginsel.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt deze vragen bevestigend en de heffingsambtenaar ontkennend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing