Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1242, 20/00279 en 20/00280
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1242, 20/00279 en 20/00280
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 9 februari 2021
- Datum publicatie
- 19 februari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:1242
- Zaaknummer
- 20/00279 en 20/00280
Inhoudsindicatie
BPM. Afschrijvingspercentages forfaitaire tabel. Omvang schade. Vergrijpboete.
Uitspraak
Locatie Arnhem
nummers 20/00279 en 20/00280
uitspraakdatum: 9 februari 2021
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] h.o.d.n. [Y] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 17 december 2019, nummers AWB 19/2238 en 19/2239, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Emmen (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd ten bedrage van € 1.220. Daarbij is voorts een bedrag van € 40 aan belastingrente in rekening gebracht. Ook is bij beschikking een vergrijpboete van € 610 opgelegd.
Na daartegen gemaakt bezwaar, heeft de Inspecteur bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
De tegen deze uitspraken op bezwaar ingestelde beroepen zijn door de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 19 januari 2021.
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende drijft een eenmanszaak onder de naam [Y] . De bedrijfsactiviteiten bestaan uit de handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s.
Belanghebbende heeft op 21 februari 2017 in Duitsland een gebruikte personenauto gekocht van het merk Mini Cabrio, type 1.6 Cooper Sidewalk (VIN: [00000] ; hierna: auto 1) voor een bedrag van € 7.200 (exclusief MwSt.).
Auto 1 is op 19 december 2007 voor het eerst toegelaten op de openbare weg.
Belanghebbende heeft ter zake van auto 1 op 2 maart 2017 aangifte voor de BPM gedaan. Dit met het oog op het doen registreren van de auto in het Nederlandse kentekenregister. Het afschrijvingspercentage is bepaald op 97,14, de historische nieuwprijs op € 34.970 en de bruto BPM op € 7.368. In overeenstemming met deze aangifte heeft belanghebbende een bedrag van € 210 aan BPM voldaan. Auto 1 had ten tijde van de keuring door de RDW een kilometerstand van 86.851.
Bij de aangifte is een op 1 maart 2017 opgesteld taxatierapport overgelegd, opgemaakt door [A] , werkzaam bij [B] . In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van € 1.000, gebaseerd op een waarde van € 6.000 (koerslijst/referentievoertuigen) verminderd met een op basis van een schadecalculatie bepaalde schade van € 6.200. Deze schade is voor ongeveer 80% als waardevermindering in aanmerking genomen. Het taxatierapport is voorzien van een groot aantal foto’s.
De Inspecteur heeft met betrekking tot auto 1 een ‘onderzoek waardebepaling’ door een medewerker van Domeinen Roerende Zaken (hierna: de DRZ) laten doen. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 8 maart 2017. In het daarvan op 23 maart 2017 opgemaakte rapport is volgens de beoordelaar van de DRZ geen sprake van schade, anders dan normale gebruikersschade, behorende bij leeftijd en kilometerstand. De beoordelaar van de DRZ heeft een groot aantal foto’s aan het rapport toegevoegd.
Omdat dat voor belanghebbende tot het gunstigste resultaat leidt, heeft de Inspecteur het afschrijvingspercentage bepaald op 91,75 op grond van de forfaitaire afschrijvingstabel van artikel 8, lid 5, van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Uitvoeringsregeling). Uitgaande van een bruto BPM van € 7.582 heeft de Inspecteur de verschuldigde BPM berekend op € 625. Het verschil van € 415 (€ 625 -/- € 210) is nageheven.
Auto 1 stond op 2 maart 2017 te koop voor een bedrag van € 10.450.
Belanghebbende heeft op 22 september 2016 in België een gebruikte personenauto gekocht van het merk Volkswagen, type Golf Cabriolet 1.2 TSI BlueMotion (VIN: [00001] ; hierna: auto 2) voor een bedrag van € 8.700 (exclusief T.V.A.).
Auto 2 is op 8 november 2011 voor het eerst toegelaten op de openbare weg.
Belanghebbende heeft ter zake van auto 2 op 3 maart 2017 aangifte voor de BPM gedaan. Dit met het oog op het doen registreren van de auto in het Nederlandse kentekenregister. Het afschrijvingspercentage is bepaald op 93,19, de historische nieuwprijs op € 29.775 en de bruto BPM op € 4.595. Belanghebbende heeft een bedrag van € 308 aan BPM voldaan. Auto 2 had ten tijde van de keuring door de RDW een kilometerstand van 101.958.
Bij de aangifte is een op 1 maart 2017 opgesteld taxatierapport overgelegd, opgemaakt door [A] van [B] . In het taxatierapport is een handelsinkoopwaarde vermeld van € 2.000, gebaseerd op een waarde van € 10.200 (koerslijst/referentievoertuigen) verminderd met een op basis van een schadecalculatie bepaalde schade van € 9.900. Deze schade is voor ongeveer 80% als waardevermindering in aanmerking genomen. Het taxatierapport is voorzien van een groot aantal foto’s.
De Inspecteur heeft met betrekking tot auto 2 een ‘onderzoek waardebepaling’ door de DRZ laten doen. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op 8 maart 2017. In het daarvan op 21 maart 2017 opgemaakte rapport is volgens de beoordelaar van de DRZ sprake van schade, anders dan normale gebruikersschade, behorende bij leeftijd en kilometerstand, tot een bedrag van € 2.316, waarvan 77% (€ 1.774) als waardevermindering in acht kan worden genomen. De beoordelaar van de DRZ heeft een groot aantal foto’s aan het rapport toegevoegd.
Omdat dat voor belanghebbende tot het gunstigste resultaat leidt, heeft de Inspecteur het afschrijvingspercentage bepaald op 75,576 op grond van de forfaitaire afschrijvingstabel van artikel 8, lid 5, van de Uitvoeringsregeling. Uitgaande van een bruto BPM van € 4.558 heeft de Inspecteur de verschuldigde BPM berekend op € 1.113. Het verschil van € 805 (€ 1.113 -/- € 308) is nageheven.
Auto 2 stond op 3 maart 2017 te koop voor een bedrag van € 13.450.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
3 Het geschil
In hoger beroep is tussen partijen in geschil of de naheffingsaanslag terecht en zo ja, tot het juiste bedrag is vastgesteld. Meer specifiek is in geschil of de taxateur van de DRZ deskundig is, de werkwijze van de DRZ onzorgvuldig is, de Inspecteur gebonden is aan beleid en of sprake is van schade en zo ja, of hiermee voldoende rekening is gehouden. Verder is tussen partijen in geschil of de afschrijving volgens de forfaitaire afschrijvingstabel tot het juiste percentage is vastgesteld en of de vergrijpboete terecht is opgelegd.