Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1380, 19/00821
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-02-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:1380, 19/00821
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 februari 2021
- Datum publicatie
- 19 februari 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:1380
- Zaaknummer
- 19/00821
Inhoudsindicatie
Voor de BPM is de CO2 uitstoot zoals staat aangegeven op het CVO bepalend.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer 19/00821
uitspraakdatum: 16 februari 2021
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de Inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen/Kantoor Emmen (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 21 mei 2019, nummer LEE 18/2926, in het geding tussen de Inspecteur en
[X] , h.o.d.n. [Y] , te [Z] (hierna: belanghebbende)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is met dagtekening 3 mei 2018 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto's en motorrijwielen (hierna: bpm) opgelegd.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag vernietigd, de Inspecteur opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht aan hem te vergoeden en de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Belanghebbende heeft verweer gevoerd, aangevuld met een brief van 18 mei 2020. De Inspecteur is in de gelegenheid gesteld op die brief te reageren, waarvan hij geen gebruik heeft gemaakt. De griffier heeft de Inspecteur tevens laten weten dat het Hof voornemens was na de correspondentie tussen het Hof en partijen zonder mondelinge behahandeling uitspraak te doen.
De gemachtigde van belanghebbende heeft toestemming verleend om een mondelinge behandeling achterwege te laten. Uit het achterwege blijven van een reactie op de zojuist vermelde aankondiging leidt het Hof de impliciete toestemming daarvoor van de Inspecteur af.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft vanuit Duitsland een Opel Zafira Tourer (de auto) ingevoerd, die voor het eerst in Duitsland is toegelaten in april 2016. Belanghebbende heeft op 11 januari 2018 aangifte in de bpm gedaan.
In zijn aangifte is belanghebbende uitgegaan van de gegevens van een Opel Zafira uit de Nederlandse X-ray-koerslijst. Volgens deze koerslijst heeft een Nederlandse Opel Zafira als uitgangspunt een CO2-uitstoot van 109 gram per kilometer (hierna: gr/km).
Bij brief van 15 februari 2018 heeft de Inspecteur een naheffingsaanslag aangekondigd. De Inspecteur heeft de CO2-uitstoot op 119 gr/km bepaald, waarbij een hoger bedrag aan bpm is verschuldigd. Het gegeven van de uitstoot van 119 gr/km is afkomstig van het Duitse Certificaat van Overeenstemming (hierna: CVO), dat met dagtekening 3 april 2016 door de fabrikant voor de auto is afgegeven. In het CVO is bij de specificatie van de banden R16 opgenomen.
Tot de gedingstukken behoort een e-mailbericht van [A] ( [A] B.V.), gedateerd 30 juli 2018. Over het verschil in geregistreerde CO2-uitstoot (109 gr/km tegenover 119 gr/km) is daarin vermeld:
„In navolging van het dossier inzake uw Opel Zafira en de CO2 uitstoot, kunnen wij u als volgt berichten:
Inmiddels hebben we uw melding intern besproken. De waarde van de C02 uitstoot heeft niet enkel te maken met de maat van de velgen en banden, maar ook met de rolweerstand. Uw Opel Zafira is in eerste instantie geregistreerd in het buitenland. Voor Nederlandse voertuigen werden banden besteld met extra lage rolweerstand. Dit resulteert in een uitstoot van 109 gram per kilometer. Uw Opel Zafira heeft oorspronkelijk inderdaad geen 18 inch velgen, echter hebben de gemonteerde banden een hogere rolweerstand. Dit is de verklaring voor de uitstoot van 119 g / km.
Het is niet mogelijk om gegevens die op een CVO staan te wijzigen. Deze data staan altijd vast zoals het voertuig is geproduceerd. Latere wijzigingen aan het voertuig kunnen dus niet op een CVO verwerkt worden. In die zin is de waarde die op uw CVO staat, correct.”
Tot de gedingstukken behoort een Nederlandse consumentenprijslijst ten behoeve van de verkoop van de Opel Zafira, gedateerd 5 april 2016. Over de Nederlandse uitvoering van de auto van belanghebbende is, voor zover hier van belang, daarin vermeld dat deze standaard is uitgevoerd met lichtmetalen velgen van 17-inch en 215/60 R16-banden, dat de CO2-uitstoot van de auto 109 gr/km bedraagt, en dat met velgen van 18-inch de uitstoot van CO2 stijgt met 10 gr/km.
3 Geschil
In geschil is of de belasting dient te worden berekend naar een uitstoot van CO2 van 109 gr/km, zoals belanghebbende stelt, of van 119 gr/km, naar de Inspecteur verdedigt.
Belanghebbende stelt dat de bandenmaat en de velgen van de auto corresponderen met die van de in de consumentenprijslijst voorkomende referentieauto, waarvan de CO2-uitstoot 109 gr/km bedraagt. Het bedrag van de belasting op de auto is hoger dan het restbedrag van de heffing dat is vervat in de waarde van gelijksoortige reeds op het nationale grondgebied geregistreerde tweedehands Opels Zafira, zodat artikel 110 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt geschonden.
De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat de vaststelling van de uitstoot van CO2 van de auto, overeenkomstig de vaststelling van de RDW en het Duitse CVO, alsmede de verklaring van de fabrikant, voor de bepaling van de verschuldigde bpm op juiste wijze op 119 gr/km is vastgesteld. Het CVO en de daarmee samenhangende uitstoot van CO2 behoren tot de individuele kenmerken van de auto. Op basis van de geldende regelgeving kunnen zich in Nederland geen referentievoertuigen bevinden, die dezelfde specifieke eigenschappen hebben en hierdoor als gelijksoortige goederen dienen te worden beschouwd, en die lager worden belast dan de auto.