Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-01-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:238, 19/01559

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 12-01-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:238, 19/01559

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
12 januari 2021
Datum publicatie
22 januari 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:238
Zaaknummer
19/01559

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3). Vermogensrendementsheffing 2016. Individuele en buitensporige last?

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 19/01559

uitspraakdatum: 12 januari 2021

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 november 2019, nummer AWB 19/3133, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.556 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 8.266.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar de bestreden belastingaanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 7 november 2019, verzonden op 8 november 2019, ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking heeft alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 november 2020 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de Inspecteur, bijgestaan door mr. [B] .

1.7

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

2.1

Op 31 maart 2017 heeft belanghebbende zijn aangifte in de IB/PVV voor 2016 ingediend, waarin hij een rendementsgrondslag voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen van € 206.671 heeft opgegeven. Het aangegeven vermogen per 1 januari 2016 bestond uit bezittingen met een waarde van € 232.056 verminderd met schulden voor een totaalbedrag van € 948. Daarop is € 24.437 heffingsvrij vermogen in mindering gebracht. Als belastbaar inkomen uit sparen en beleggen heeft belanghebbende een bedrag van nihil aangegeven.

2.2

Bij de aanslagregeling heeft de Inspecteur de aangegeven rendementsgrondslag gevolgd en op grond daarvan een forfaitair rendement van 4% als inkomen uit sparen en beleggen in aanmerking genomen voor een totaalbedrag van € 8.266.

2.3

Naast de hiervoor bedoelde bezittingen was belanghebbende in 2016 eigenaar van een recreatiewoning, die als eigen woning diende, met een waarde van € 82.000. De woning is niet met een hypothecaire geldlening bezwaard.

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de Inspecteur bij het opleggen van de bestreden aanslag terecht een forfaitair rendement van 4% in aanmerking heeft genomen.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag ontkennend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de bestreden aanslag tot een opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.556 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil.

3.3

De Inspecteur beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vraag bevestigend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing