Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2958, 20/00076
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-03-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2958, 20/00076
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 30 maart 2021
- Datum publicatie
- 9 april 2021
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:2958
- Zaaknummer
- 20/00076
Inhoudsindicatie
Wet Woz. Waardevaststelling woning.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 20/00076
uitspraakdatum: 30 maart 2021
Uitspraak van de tweede enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 6 december 2019, nummer ZWO 19/322, in het geding tussen belanghebbende en
de ambtenaar belast met de heffing van gemeentelijke belastingen van de Regionale
Belastingsamenwerking Deventer, Olst-Wijhe en Raalte (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
Ingevolge de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) heeft de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 9 te [Z] (hierna: de onroerende zaak) per waardepeildatum 1 januari 2017 voor het belastingjaar 2018 vastgesteld op € 634.000. Tegelijk met deze beschikking heeft de heffingsambtenaar belanghebbende voor het belastingjaar 2018 een aanslag onroerendezaakbelasting (OZB) opgelegd van € 980,16.
Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft zich het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 maart 2021 via videobellen (een tweezijdig elektronisch communicatiemiddel als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid). Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak [a-straat] 9 te [Z] . Deze onroerende zaak betreft een vrijstaand landhuis bouwjaar 1816, met een inhoud van 2.132 m³ en een kaveloppervlakte van 27.895 m². Bij de onroerende zaak horen een vrijstaande carport met een hobbyruimte, een vrijstaande berging/schuur en een aangebouwde berging/schuur. De onroerende zaak is aangewezen als rijksmonument en maakt deel uit van het landgoed De Achterhoek, een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet.
3 Geschil
In geschil is of de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak per waardepeildatum 1 januari 2017 te hoog heeft vastgesteld, hetgeen belanghebbende bepleit en de heffingsambtenaar betwist.