Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4509, 19/00853 en 19/00854
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-05-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:4509, 19/00853 en 19/00854
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 mei 2021
- Datum publicatie
- 21 mei 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:4509
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2021:1739, Niet ontvankelijk
- Zaaknummer
- 19/00853 en 19/00854
Inhoudsindicatie
BPM. Invoer schadeauto’s. Afschrijving.
Uitspraak
Locatie Arnhem
nummers 19/00853 en 19/00854
uitspraakdatum: 11 mei 2021
Uitspraak van de tiende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van rechtbank Gelderland van 31 mei 2019, nummers AWB 18/2077 en AWB 18/4983 in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft voor twee auto’s belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) op aangiften voldaan. De tegen die voldoeningen op aangifte door belanghebbende gemaakte bezwaren zijn door de Inspecteur bij uitspraken op bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen die uitspraken beroep ingesteld bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter (digitale) zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 16 april 2021. Namens belanghebbende is [A] als haar gemachtigde verschenen, bijgestaan door [B] . Namens de Inspecteur is verschenen [C] .
Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak gehecht.
2 De vaststaande feiten
Belanghebbende heeft in Duitsland twee gebruikte schadeauto’s gekocht. Het gaat om een Renault Espace 1.6 dCI Dynamique (hierna: auto 1) en een Renault Clio 1.2 TCe Limited (hierna: auto 2).
Belanghebbende heeft deze schadeauto’s doen overbrengen naar Nederland en laten registreren in het Nederlandse kentekenregister. In verband hiermee heeft belanghebbende de hierna in 2.4 genoemde bedragen aan BPM op aangiften voldaan.
Belanghebbende heeft de waardevermindering als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Wet BPM) met betrekking tot de schadeauto’s bepaald op basis van taxatierapporten. Daarin zijn de handelsinkoopwaarden van de auto’s (mede) bepaald aan de hand van vraagprijzen van soortgelijke gebruikte personenauto’s zonder schade. Daarop is vervolgens op basis van een begroting van de herstelkosten een vermindering toegepast die volgens de taxateur aan de beschadigingen is toe te rekenen. In de taxatierapporten is ervan uitgegaan dat de waardevermindering als gevolg van de schade telkens 100% bedraagt.
Belanghebbende heeft de volgende bedragen voor de schadeauto’s op aangiften voldaan:
auto |
schade |
kilometerstand |
datum aangifte |
berekende BPM in aangifte |
|
1 |
€ 14.997 |
12.091 |
16 november 2017 |
€ 3.570 |
|
2 |
€ 9.402 |
3.148 |
29 november 2017 |
€ 1.087 |
|
De datum van eerste toelating van deze auto’s is:
- -
-
Auto 1: 24 april 2017
- -
-
Auto 2: 6 juni 2017
De historische nieuwprijzen van deze auto’s zijn:
- -
-
Auto 1: € 53.530
- -
-
Auto 2: € 22.470
De historische bruto BPM van deze auto’s zijn:
- -
-
Auto 1: € 10.294
- -
-
Auto 2: € 4.541
De door belanghebbende gehanteerde handelsinkoopwaarden belopen:
- -
-
Auto 1: € 18.571
- -
-
Auto 2: € 5.382
Belanghebbende heeft in januari 2018 (tijdig) bezwaarschriften ingediend tegen de voldoeningen op aangifte. Belanghebbende is door de Inspecteur meermalen uitgenodigd voor een hoorzitting. Bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar zijn de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard door de Inspecteur. Hiertegen heeft belanghebbende bij afzonderlijke geschriften beroepen ingesteld. Bij uitspraak van 31 mei 2019 heeft de Rechtbank de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft op 26 juni 2019 hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de Rechtbank.
3 Het geschil
In hoger beroep is in geschil, kort gezegd, of de bedragen die belanghebbende ter zake van de twee auto’s op aangiften heeft voldaan te hoog zijn. Voorts zijn verschillende punten van formeelrechtelijke aard in geschil die hierna nader zullen worden geduid.