Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5872, 19/00851 en 19/00852

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:5872, 19/00851 en 19/00852

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 juni 2021
Datum publicatie
25 juni 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:5872
Zaaknummer
19/00851 en 19/00852

Inhoudsindicatie

BPM. Ontvankelijkheid beroep.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummers 19/00851 en 19/00852

uitspraakdatum: 15 juni 2021

Uitspraak van de zestiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 31 mei 2019, nummers AWB 18/2037 en AWB 18/2039, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

[A] , h.o.d.n. [B] (hierna: [B] ) heeft ter zake van de registratie van een Volvo XC70 (hierna: auto 1) op aangifte een bedrag aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) voldaan.

1.2.

[B] heeft ter zake van de registratie van een Volvo XC60 (hierna: auto 2) op aangifte een bedrag aan bpm voldaan.

1.3.

De Inspecteur heeft bij afzonderlijke uitspraken op bezwaar de bezwaren van [B] ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 21 mei 2021. Daarbij is verschenen en gehoord [C] als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [D] . Namens de Inspecteur zijn verschenen mr. [E] en [F] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

[B] heeft ter zake van de registratie van auto 1 op 3 oktober 2017 aangifte voor de bpm gedaan en heeft in verband daarmee op 11 oktober 2017 de op aangifte verschuldigde bpm voldaan.

2.2.

[B] heeft ter zake van de registratie van auto 2 op 17 augustus 2017 aangifte voor de bpm gedaan en heeft in verband daarmee op 24 augustus 2017 de op aangifte verschuldigde bpm voldaan.

2.3.

In de aangiften heeft [B] zichzelf aangemeld als aanvrager van het kenteken bij de RDW en (toekomstig) kentekenhouder.

3 Geschil

Tussen partijen is in geschil of de bpm die [B] op aangifte heeft voldaan te hoog is.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing