Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6068, 20/00682

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 22-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6068, 20/00682

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
22 juni 2021
Datum publicatie
2 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:6068
Zaaknummer
20/00682

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Schending inzagerecht? Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 20/00682

uitspraakdatum: 22 juni 2021

Uitspraak van de achttiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 3 april 2020, nummer UTR 19/3851, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amersfoort (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 4 te [Z] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2018 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2019 vastgesteld op € 288.000. Tegelijk met deze beschikking is de aanslag onroerendezaakbelasting 2019 (OZB) voor zover het betreft het eigenaarsgedeelte vastgesteld op € 363,17.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Midden-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 12 mei 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord: namens belanghebbende zijn gemachtigde [A] en namens de heffingsambtenaar [B] , bijgestaan door [C] , taxateur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar en gebruiker van de woning. De woning is een in 1983 gebouwde rijwoning met een berging en dakkapel. De woning heeft een inhoud van 349 m3 en ligt op een kavel van 145 m2.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van de woning op de waardepeildatum 1 januari 2018.

3.2.

Belanghebbende bepleit een waarde van € 218.000 en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en de uitspraak op bezwaar en tot vermindering van de bij beschikking vastgestelde waarde en de aanslag OZB 2019.

3.3.

De heffingsambtenaar verdedigt de vastgestelde waarde van € 288.000 en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing