Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6296, 20/00689

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29-06-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:6296, 20/00689

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
29 juni 2021
Datum publicatie
9 juli 2021
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2021:6296
Zaaknummer
20/00689

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling woning.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer 20/00689

uitspraakdatum: 29 juni 2021nummer 07/005620111

Uitspraak van de vijftiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 20 april 2020, nummer AWB 19/6133, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van Munitax (hierna: de heffingsambtenaar).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [a-straat] 1A te [Z] (hierna: de onroerende zaak), per waardepeildatum 1 januari 2018 en naar de toestand op die datum, voor het jaar 2019 vastgesteld op € 970.000. Tegelijk met deze beschikking is voorts de aanslag onroerendezaakbelasting vastgesteld.

1.2

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraak op bezwaar de vastgestelde waarde alsmede de opgelegde aanslag gehandhaafd.

1.3

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep bij uitspraak van 20 april 2020 ongegrond verklaard.

1.4

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5

Tot de stukken van het geding behoren, naast de hiervoor vermelde stukken, het van de Rechtbank ontvangen dossier dat op deze zaak betrekking alsmede alle stukken die nadien, al dan niet met bijlagen, door partijen in hoger beroep zijn overgelegd.

1.6

Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze plaatsgevonden op 11 mei 2021 te Leeuwarden. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [A] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [B] .

1.7

Belanghebbende heeft voorafgaand aan de zitting een pleitnota aan het Hof gezonden, welke is doorgestuurd naar de heffingsambtenaar. Deze pleitnota wordt geacht te zijn voorgelezen.

1.8

Van het verhandelde ter zitting is een proces-verbaal opgemaakt dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 De vaststaande feiten

Belanghebbende is eigenaar van de onroerende zaak. Het gaat om een vrijstaande semi-bungalow met een souterrain met bassin en een aangebouwde garage uit het bouwjaar 1988. De inhoud van de onroerende zaak, exclusief souterrain en garage is ongeveer 1.107 m³ en het perceel is ongeveer 2.354 m².

3 Het geschil, de standpunten en conclusies van partijen

3.1

In geschil is of de waarde van de onroerende zaak op waardepeildatum te hoog is vastgesteld.

3.2

Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend en concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, vernietiging van de uitspraak op bezwaar en vermindering van de vastgestelde waarde tot op € 900.600 en dienovereenkomstige vermindering van de bestreden aanslag.

3.3

De heffingsambtenaar beantwoordt de hiervoor – onder 3.1 – vermelde vraag ontkennend en concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.

3.4

Beide partijen hebben voor hun standpunt aangevoerd wat is vermeld in de van hen afkomstige stukken. Daaraan hebben zij ter zitting toegevoegd hetgeen is vermeld in het aan deze uitspraak gehechte proces-verbaal van de zitting.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten

6 Beslissing