Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8433, 20/00718
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 07-09-2021, ECLI:NL:GHARL:2021:8433, 20/00718
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 7 september 2021
- Datum publicatie
- 17 september 2021
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2021:8433
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:679, Niet ontvankelijk
- Zaaknummer
- 20/00718
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Dwangsom wegens niet tijdig beslissen?
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer 20/00718
uitspraakdatum: 7 september 2021
Uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 19 mei 2020, nummer AWB 19/5882, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag IB/PVV voor het jaar 2017.
Op 4 juli 2019 heeft de Inspecteur de ingebrekestelling van belanghebbende ontvangen. Belanghebbende heeft de Inspecteur in gebreke gesteld ingevolge artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard. De Inspecteur heeft tevens bij beschikking beslist dat belanghebbende geen recht heeft op toekenning van een dwangsom (dwangsombeschikking).
Belanghebbende is tegen de dwangsombeschikking in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2021 via beeldbellen. Daarbij is verschenen en gehoord belanghebbende [naam1] . Namens de Inspecteur is verschenen en gehoord mr. [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft op 26 augustus 2018 de aangifte IB/PVV voor het jaar 2017 ingediend.
De Inspecteur heeft met dagtekening 9 oktober 2018 de aanslag IB/PVV voor het jaar 2017 opgelegd conform de ingediende aangifte.
Op 20 november 2018 heeft de Inspecteur het bezwaarschrift van belanghebbende ontvangen.
De Inspecteur heeft de beslistermijn eenzijdig met 6 weken verlengd. De beslistermijn eindigde toen op 12 februari 2019.
Op 4 juli 2019 heeft de Inspecteur de ingebrekestelling wegens niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift van belanghebbende ontvangen.
Met dagtekening 16 juli 2019 heeft de Inspecteur bij beschikking bepaald geen dwangsom verschuldigd te zijn.
Met dagtekening 17 juli 2019 heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard en de aanslag gehandhaafd.
3 Geschil
In geschil is of belanghebbende recht heeft op een dwangsom.